Koude douche

Het is inmiddels 20 uur geleden dat wij Niger uit en Nigeria inrijden. Terwijl wij zuidwaarts trekken verandert het landschap om ons heen, de verzengend droge hitte van de Sahel wordt verruild met de drukkende warmte van de natte natuur die het oerwoud aankondigt.
Het vochtiger zuiden
De Nigeriaanse grens brengt ons lachende gezichten en een zeer warm welkom. De mensen, zowel beambten als verkopers zijn gigantisch vriendelijk, wie we ook tegenkomen er is altijd een vriendelijk woord, een “welkom in ons land” en “Fijne en veilige reis!”. Nigeria is het tegenovergestelde van mijn verwachtingen, verhalen over oplichting beroving en kidnapping schieten door mijn hoofd maar vallen niet te rijmen met de houding die de mensen om ons heen aannemen.

Vanaf de grens wordt het alleen maar beter, elk dorp dat we doorrijden stroomt uit en lachende gezichten juichen ons toe. Als wij na 150 km moeten tanken en besluiten onze eigen jerrycans aan te spreken zijn we de happening van het dorp. Binnen 30 seconden heeft zich een menigte van rond de 200 man (Alexander heeft ze geteld) om ons heen verzameld die aandachtig gade slaan hoe de benzine in de tanks van de motoren gutst. Een unieke ervaring.
Tanken is machtig interessant
De afgelopen dagen hebben ons door het armste land ter wereld**, Niger, gevoerd. Opvallend in Niger is dat de armoede lijkt mee te vallen. In de hoofdstad Niamey liggen de straten er goed bij, er bestaan stoepen, zijstraten van de hoofdstraten zijn vaak geasfalteerd en er staan een groot aantal statige grote moderne gebouwen.
Niamey
Dit zijn dingen waar wij inmiddels van opkijken wanneer we ze tegenkomen. In vergelijking met bijvoorbeeld Ouagadougou, Burkina Faso, straalt Niamey meer grandeur en trots uit. Het meest opvallende in deze stad is de promotie van duurzaamheid door de overheid. Door de hele stad staan grote reclame borden met leuzen als: “Stook zuinig, houdt je stad leefbaar.” en “Een klein vuurtje is genoeg voor een klein pannetje.”

Iets wat in Nederland vaak vergeten wordt is de prijs van energie, en dan bedoel ik de prijs uitgedrukt in de hoeveelheid werk die je er voor moet leveren. In Afrika is direct de link te zien tussen energie en prijs. Overal langs de weg wordt hout verkocht en gekocht. Voor het koken van één maaltijd is ongeveer een uur werk, hout zoeken/kopen vervoeren, nodig om genoeg energie te vergaren om te kunnen beginnen met koken. Kopje thee? Vijftien minuten. Gezien de energiedichtheid van hout moet dit elke dag gehaald worden, ook als je in de stad woont moet je elke dag hout gaan kopen. Alles bij elkaar bestaat ongeveer twintig procent van de besteedbare tijd in een dag uit het voorzien in de basis energiebehoefte. Ter vergelijking, een gemiddelde Nederlander werkt ongeveer zes uur per maand om zijn energierekening te kunnen betalen en zal nog drie minuten per maand nodig hebben voor het aansteken van het fornuis, elke dag drie keer. Dit terwijl het energiegebruik van de Nederlander honderdmaal hoger ligt, denk aan verwarming, warme douche, koelkast, magnetron, tv, computer,etc.

Na twee maanden koud douchen begint de verspilling van onze maatschappij langzaam door te dringen. Door de koude douche ga je automatisch minder lang douchen en bespaar je dus niet alleen warmte maar ook nog eens water. Zou iedereen in Nederland koud moeten gaan douchen? Onrealistisch denk ik maar in Niamey besef ik ook hoe makkelijk het soms is om energie te besparen. Als tip van vandaag wil ik dan ook mee geven: Realiseer wat je gebruikt en besef dat energie niet vanzelfsprekend is en dat alles energie kost.
Team op weg naar Niamey
Doenan
**Highest country on the Human Poverty Index, lowest on the Human Development index, highest illiteracy in the world, source: www.wikipedia.org.

Project 2 : Waterpiramide Gambia : Schoon drinkwater

De waterpiramide is het eerste grote project wat wij bezoeken in Afrika. Het is een project dat ontstaan is vanuit de nood voor schoon drinkwater in Afrika en vooral voor een kleine dorpje Sibanor in Gambia.
Martijn Nitzsche, een oud student Civiele techniek van de TU Delft, heeft het initiatief genomen om een technologie in te zetten om in deze nood de voorzien. De technologie is simpel uitgelegd een tent, die lijkt op een piramide waar een grote bak met water in staat. Het water wordt lokaal gewonnen uit regenwater of uit een put en wordt met behulp van elektrische pompen in de tent gepompt. Het materiaal van de tent is heel speciaal, wat een soort doek is, dat extreem veel warmte absorbeert. Door het schijnen van de zon, wordt de lucht binnen in de piramide erg heet doordat dit materiaal warmte vasthoudt. Het water in de tent verdampt door de hete lucht en komt tegen de wanden van de piramide aan. Bij een temperatuur van 70 graden verdampt het water en slaat op de wanden van de piramide, waar het condenseert en vloeit vervolgens als warm water langs de wanden naar beneden. Hier wordt dit water, wat zuiver gedestilleerd is, opgevangen. Dit water kan gebruikt worden voor de volgende doelenden:

– Verkoop als gedestilleerd water
– Vermengen met mineralen voor drinkwater

De piramide heeft ook nog een derde functie: Het vangt het regenwater op en produceert via een paar filters, schoon drinkwater voor de lokale mensen. Alle pompen en stroomvoorziening wordt gewonnen met behulp van zonnepanelen.

waterpyramid.jpg

De reden dat wij dit project hebben gekozen, is dat het perfect in de filosofie van de expeditie past:

– De behoefte moet vanuit de lokale mensen komen: Vroeger was de filosofie om een technologie te droppen en vanuit het aanbod redeneren, maar naar ons inzicht is het beter te redeneren vanuit de vraag kant: Luisteren naar de behoeften van de mensen en met behulp van Duurzame technologie hun problemen oplossen en in de basisbehoeften voorzien.
– Leren van de lokale mensen.

De waterpiramide is hier een goed voorbeeld van: Het project wordt geleid door een lokaal persoon die gecontroleerd wordt door de lokale community via een wisselend bestuur uit het dorp. Het Westen voorziet met kennis, investering en technologie in de vraag en de lokale bevolking coördineert en reguleert het project. Het project is van de lokale bevolking en met het geld dat gegenereerd wordt, worden projecten in de gemeenschap bekostigt, zoals lokale scholen voor kleine kinderen. De bevolking heeft nu al aangegeven dat ze eigenlijk een bepakking machine nodig hebben, om het water dat geproduceerd wordt door heel Gambia te gaan verkopen. Als die extra investering gedaan wordt, kan het gehele project zichzelf in 3 jaar terugbetalen.

tent.jpg

Een van de belangrijkste doelen binnen de gemeenschap, waar de opbrengsten van de waterpiramide naar toe moeten gaan, is de ondersteuning van 6 lagere scholen voor kinderen tussen de 3 en 7 jaar. De waterpiramide is één van de vele initiatieven om deze scholen financieel te ondersteunen. Andere activiteiten zijn bijvoorbeeld een toeristische lodge wat in het dorp staat. Geld wat als winst gegenereerd wordt, zal volledige terug worden gegeven aan de gemeenschap, onder toezicht van het lokaal bestuur. Op dit moment wordt goedkoop water aan de locals verkocht voor 3 Delassi (5 euro cent) per 10 liter. Het water was voorheen het aller slechts in Sibanor en daarom is de piramide hier neergezet, omdat de mensen uren moesten lopen naar een put met wel goed drinkwater. Dit project draagt bij aan de werkgelegenheid voor het dorp, voorziet in een basisbehoefte, namelijk schoon drinkwater en heeft tot doel geld te generen om lokale scholen te ondersteunen. Een drieluik van goede oplossingen met behulp van duurzame technologie.

Project 1: NICE Gambia: Duurzame energie oplossingen

Het NICE project is het eerste project wat wij compleet online verslaan vanuit Afrika. Het is een project dat ontstaan is vanuit de nood voor goed onderwijs op een moderne manier en vooral als oplossing voor een groot probleem waar de Afrikanen al jaren mee kampen: de toegankelijkheid van energie.

Het idee van dit project is mogelijkheden en services te creëren voor mensen uit de onderste lagen van het financiële spectrum van Gambia met behulp van duurzame technologie. Het NICE Gambia project, wat onderdeel is van NICE International, heeft in 2006 twee centra opgezet waar mensen gebruik kunnen maken van verschillende services. Deze diensten zijn gebruik van Internet, het aanbieden van onderwijs door middel van computers en Internet, een educatieve bioscoop voor de jeugd en verschillende programma’s om mensen IT onderwijs te verschaffen.

img_1700.jpg

Op dit moment heeft het NICE Gambia project twee locaties waar deze diensten aangeboden worden en is bezig dit aantal uit te breiden door heel Gambia. De ‘Internet cafés’ hebben hun bestaansrecht te danken aan het gebruik van duurzame technologie. De cafés draaien op zonenergie en gebruiken de modernste zonnepanelen die met hulp van het Westen zijn neergezet. Deze cafés zijn in feite een netwerk van duurzame shops die op een goedkope en makkelijke manier communicatie, informatie en onderwijs aanbieden aan de lokale mensen.

Dit project is belangrijk voor de lokale gemeenschap die in een omgeving zitten waar de toegang tot elektriciteit niet voorhanden is, maar waar ook scholen gering zijn. De locaties van de cafés zijn strategisch gekozen tussen de stad en het platteland in, om te voorzien in de behoefte van de mensen toegang te hebben op modern onderwijs.

img_1797.jpg

Bij dit project zijn vele partijen betrokken zoals Econcern via de ‘Energy for all’ organisatie, die de zonnepanelen leveren voor de locaties. Ook het Christian Children Fund is nauw betrokken bij het project. Het stelt beurzen beschikbaar voor getalenteerde studenten. Het rode kruis maakt gebruik van de cafés van het NICE project om jongeren de onderwijzen over AIDS, Malaria en Tuberculosis.

Door het gebruik van duurzame oplossingen en een efficiënt business model, kunnen de diensten goedkoop aangeboden worden aan de lokale bevolking en wordt ook ondernemerschap gestimuleerd in de regio. Dit is een goed voorbeeld van een project dat voldoet aan de vraag vanuit de lokale gemeenschap, waar Afrikanen zelf het project runnen en duurzame technologie de drijvende motor is achter het succes van dit project.

Dit project is de kick-off van AfricAlive om het doel wat wij ons hebben gesteld te realiseren: Het promoten van Duurzame technologie en duurzaamheid in het algemeen. Wij zullen nu in elk nieuw bericht Duurzame Technologie op een passende manier naar voren brengen.

Afrikaanse perikelen

Vandaag zijn er al weer 7 weken verstreken sinds ons vertrek uit Delft. Een tijd waarin ik langzaamaan gewend ben geraakt aan alle Afrikaanse perikelen om ons heen. En hoewel het nog steeds dagelijks genieten is van de absurde dingen die er om ons heen gebeuren, sta ik er eigenlijk niet meer zo bij stil. Tot het moment dat ik aan Nederland denk en de twee werelden naast elkaar leg. Als monteur van het team zal ik me eens focussen op wat er om ons heen rondrijdt, of eigenlijk wat niet meer.

Want er rijdt hier een nogal bonte verzameling vervoersmiddelen rond. Van met plamuur en ijzerdraadjes bij elkaar gehouden barrels – waarvan het echt bewonderenswaardig is dat ze nog rijden – tot gloednieuwe Hummers en werkelijk alles ertussen in. En terwijl de meeste vrachtwagens een wedstrijdje doen wie de meeste lading kan meenemen, vraag je je af hoe het mogelijk is dat sommige van die moderne auto’s nog zonder krassen rondrijden. Hebben we het in Nederland wel eens over de ‘asfalt-jungle’, hier hebben we het in de steden over de ‘asfalt-guerrilla’, een strijd waar pas echt het recht van de sterkste geldt en waar Alexander helaas ook over kan meepraten.

Ik heb m’n wagen volgeladen…

Maar goed: Oude auto’s plus guerrilla plus veel te zwaar beladen dus. Want hoewel je in eerste instantie nog respect had dat die vrachtwagen zo veel lading kon meenemen, naast het gelijktijdig aanleggen van het beste rookgordijn dat je ooit uit een uitlaat hebt zien komen, blijkt het toch niet altijd goed te gaan. Tijdens de rit vanuit Kumasi naar Accra, waar we nu zitten, stonden er dan ook diverse pechgevalletjes langs de kant. Zo stond er een oplegger die dwars doormidden was gebroken en de bijbehorende truck met z’n wieltjes in de lucht bungelde, een vrachtwagen waarvan de cabine was afgebroken en voorover bungelde, een bus waarvan het complete motorblok 5 meter erachter lag, meerder vrachtwagens met het complete blok of ‘slechts’ de versnellingsbak eronderuit en een vrachtwagen waarvan het differentieel in tweeën was gebroken en de inhoud ervan was verspreid over het wegdek.

Lekker…

Maar ja, als je vrachtwagen stuk is, dan repareer je ‘m toch gewoon? Omdat het in Afrika niet mogelijk is om je vrachtwagen achter te laten, en de ANWB bellen ook lastig wordt, ben je hier veroordeeld tot het ter plekke repareren van je huis op wielen en dat gebeurt dan ook volop. Want tja, motor stuk, hup complete motorblok eronderuit, en dan naast je vrachtwagen in de berm langs de weg uiteraard het liefst met z’n zessen tegelijk – het complete blok openschroeven, en dan ook echt openschroeven, dus cilinderkop eraf en zuigers eruit als dat nodig blijkt te zijn. Ik ben benieuwd of zo’n vrachtwagen het na z’n ‘onderhoudsbeurt’ weer doet. Ook ben ik benieuwd hoe ze dat blok er eerst uit hebben gekregen, en vervolgens er weer onder weten te hijsen… Een duidelijk gevalletje van T.I.A.

Dogon County

Oh ja, en we zijn ook vanuit Djenné via de Dogon Vallei in Mali naar Accra de hoofdstad van Ghana gereden, waar het af en toe duideiljk was dat het regenseizoen is begonnen.

Is het al nacht?

De trip, het vervolg..

Na een aantal dagen genoodzaakt in Bamako te zitten was dan het moment aangebroken om de reis weer te hervatten. Het was een vreemd gevoel om Alex achter te moeten laten in Bamako. Na 6 weken intensieve omgang als team ga je zijn vaak smakeloze grappen en grollen toch missen. We overnachten die avond in het plaatsje San in hotel Relax.

De volgende dag gaan wij naar Djenné om de grootste moddermoskee van de wereld te bezoeken en te documenteren. Om in Djenné te komen moet je een rivier oversteken. Dat hier ooit een brug gezeten heeft blijkt uit de halve dam die er nog staat. Het stukje water wat er overbrugd moet worden is maximaal 8m Het pontje wat heen en weer vaart legt niet 100% aan, waardoor je genoodzaakt wordt om een stukje door het water te gaan. Tussen wal en schip belanden heeft hier in Afrika blijkbaar wel een goede betekenis want van geen kant kun je nu ineens 2 kanten op!

pontje.jpg

We waren al gewaarschuwd voor opdringerige mannen die zich als gids profileerden en waren dus op onze hoede. Op het plein voor de moskee begon het circus dan ook als verwacht. We kwamen aanrijden op het plein voor de moskee en als mieren die op zoetigheid afkomen hadden we hier erg veel mannetjes die zich voordeden als een betrouwbare goedkope en engels sprekende gids. Men kon van alles regelen. De mooiste uitzichten van verschillende dakterassen en een kijkje binnein in de moskee. Aangezien ik toch wat shots wou hebben zijn we na een onderhandeling toch met een gids in zee gegaan. De schoenen moesten logscherwijs uit, eerst wou ik mijn nikies niet afgeven uit angst ze niet weer terug te krijgen. Maar ik stelde mezelf gerust. Want als het wél zo zou zijn en ik op slippers terug had moeten gaan, wist ik zeker dat Allah ze zou straffen!

De moskee was van buiten indrukwekkend. Van binnen was deze door het hoge plafond, rieten matjes op de grond, stille sfeer en bogen die als poorten fungeerden nog indrukwekkender. Net als in de bieb in NL mocht je ook hier geen kabaal maken. Voor Hans, Robert Jan en mij was het dus stilletjes genieten, foto’s maken, videomateriaal schieten en weer wegwezen.

Na een lunch in een dorp verderop waar we door een local zijn afgezet met een stuk brood, zijn wij verder gereden. Dachten we dat we door de moddermoskee de bezienswaardigheid van de dag gehad hadden, vielen we ineens met onze neus in de boter door een stukje ongerept natuurgebied wat surrealistisch oogde. Even kreeg ik het idee in een levensecht groot Super Mario Land terecht gekomen te zijn. Stoffige wegen in gravel-rood zoals je ze van de oude tennisbanen kent met daarnaast gras nog groener dan de lekkerste appels bij de lokale groenteboer in Nederland, smurfenblauwe lucht met wolken die door de scherpe lijnen zo uit een stripboek leek te komen. Rijdend in de auto, als in een videogame dat je de obstakels op de weg moet ontwijken. Hoe meer obstakels in een bepaalde tijd, des te meer punten. De motorrijders waren ineens geen teammembers meer, maar invaders uit een andere galaxy die je ala James Bond stijl moest afschudden door zoveel mogelijk rood stof te creeeren dat ze je niet meer konden zien

mario.jpg

De rit was leuk en zoals zoveel leuke dingen in het leven was deze ook te kort want voordat we het wisten kwamen we aan in Bankass. Het volgende plaatsje waar we zouden overnachten. Een hotel hadden we zó gevonden. In het hotel hadden we ook nog eens de keuze uit 2 slaapopties, Een normale kamer met ventilator of een matras mét klamboe op het dak van het hotel. Met een heldere nacht in het vooruitzicht was deze laatste en ook nog eens goedkopere optie de ultieme kans om een nacht onder de prachtige sterrenhemel door te brengen. Dat dit een slechte keuze was geweest bleek later in de nacht om 1.30 Het hotel personeel maakte ons hardhandig wakker om te vertellen dat het binnen 3 minuten zou gaan stormen en onweren en dat het voor ons beter was om het dak te verlaten. Ben ik in de afgelopen 6 weken erachter gekomen dat een groot deel van de groep moeite heeft met opstaan ’s ochtends. Ik heb ze nu in zelfs minder dan 2 minuten naar beneden zien rennen. Met matras, tas, klamboe én deken onder de arm! We hebben de nacht vervolgd op het terras met een rieten afdak. De constante flitsen in het pikkedonker, het dak wat de neiging had om eraf te vliegen, het geluid van harde regen druppels en de wind met minimaal kracht 10. Voor mij had het iets rustgevends. Ik heb die avond dan ook stormachtig goed geslapen.

Een ongeluk zit in een klein hoekje

Wij zitten nu nog steeds in de hoofdstad van Mali, Bamako en eigenlijk langer dan wij gepland hadden. Het noodlot heeft toegeslagen en wij zijn beproefd op fysieke en mentale uitdagingen. Vooral één persoon binnen de expeditie heeft dit ondervangen en dat is Alexander.

De dag voor ons geplande vertrek, drie dagen geleden, heeft Alexander een ongeluk gehad met de motor.
Temperaturen van over de 35 graden, een overbevuilde, chaotische stad waarbij regel en wet van het verkeer bij de minuut genegeert wordt door alles en iedereen en een staat van expeditiestress, zorgden voor de juiste ingrediënten om op een gegeven moment de concentratie te verliezen.

Bij een onoverzichtelijke kruispunt werd Alexander afgeleid door een auto die van links kwam, waardoor het gezichtsveld aan de rechterhand genegeerd werd. Op dat moment stak hij toch de straat over en kwam er van de rechterkant een taxi die hem niet kon ontwijken. Honderden gedachtes gingen door Alexander’s hoofd, waarbij de belangrijkste was dat hij niet meer kon ontsnappen: Een keuze om hard de rem in te drukken of vol het gas open te trekken, resulteerde in een acceleratie van Alexander waardoor de taxi hem aan de achterkant raakte. Hij maakte keihard kennis met het bevuilde en bestofte asfalt van Bamako en bewerkstelligde dat tientallen mensen om zich heen met afschuw, hand voor de mond en extreme schrik naar het voorval keken. Het moment van botsing totdat Alexander het asfalt raakte, was naar verluit een mengelmoes van honderden gedachten waarbij machteloosheid, ongerustheid, pech en stommiteit een spel van touwtrekken voerden, om welke gedachte de overhand had. Vanaf het moment van de val totdat hij in een taxi richting ziekenhuis werd vervoerd, waren het alleen maar flitsen die hij zich kon herinneren: de erge pijn aan de rechterkant, verschrikte mensen om zich heen die helemaal niets deden, de standvastigheid van Alexander dat hij zijn motorsleutel persé terug moest krijgen zodat de motor niet gestolen zou worden en de chaos die het hele voorval om zich heen had veroorzaakt: een soort roes of gevoel van extreme koorts en pijn in een chaotische menigte die je alleen maar op TV ziet als er weer eens een aanslag is geweest in het Midden Oosten.

Het lot zat Alexander niet mee en het ene ellendige element voegde zich toe aan het andere. Zonder geld en telefoon op zak kon hij ons niet bereiken en het feit dat hij alleen op pad was gegaan, zorgde er alleen maar voor dat de situatie erger werd. Ook in het ziekenhuis waar hij werd binnengebracht, gold de filosofie van TIA (This is Africa) waar wij altijd lacherig over doen. Deze filosofie ondervond hij nu zelf ook: Hij werd op de tafel gesmakt, overal krijsende mensen om hem heen op de eerste hulp en niemand die zijn bloedingen wilde verzorgen. Twee tetanus prikken maakte de ellende compleet: De bezorgdheid van Alexander over de belabberde hygiëne in Afrika, het feit dat niemand een poot uitstak om hem te helpen en dat wij er niet waren, droegen bij aan een gevoel van reddeloosheid. Dit is geen continent om dit soort dingen mee te maken.

Alex krijgt directe hulp

Maar bij elk ongeluk hoort ook weer een geluk en Alexander wist nog het telefoonnummer van zijn zus Sylvia en die belde hij op, waarna zij ons weer belde. Toen wij op de hoogte gesteld waren, hebben wij meteen gehandeld: Doenan met zijn goede Frans en Hans voor de medische ondersteuning gingen direct naar het ziekenhuis. Robbert-Jan en Uudzuu gingen de motor zoeken en ik bleef achter om het geheel te coördineren. Beide werden gevonden en Alexander keerde die avond verwond terug naar ons hostel. De motor stond toen bij de politie.

Alexander

Vanaf het moment dat wij bij Alexander waren, gaven we hem alle verzorging en hulp dat nodig was. Advies uit Nederland, de kennis van Hans en enkele basis faciliteiten die hier voorhanden waren, waren goed genoeg om de diagnose vast te stellen:
Alexander heeft een gebroken sleutelbeen aan de rechterkant, een gekneusde rib, wonden op zijn beide benen en handen, schaafwonden over de hele rechterkant van zijn lichaam en twee gebroken kiezen. De afgelopen dagen hebben wij met de medische spullen die wij mee hadden hem goed kunnen verzorgen, zijn kiezen zijn bij een ‘Westerse’ tandarts gemaakt (getrokken) en zijn herstel gaat zeer goed.

De Rontchenfoto

De motor

De motor had schade aan de rechterkant. Het stuur was naar voren geklapt en verbogen, waarbij rem-en gas leidingen gebroken waren. Het rek waar de zijkoffers aan zit wat aan het frame zit, was verbogen en flinke schuifschade was te zien op de rechter kant. Afgelopen twee dagen hebben Doenan en Robbert-Jan, de motor gedemonteerd, nieuwe onderdelen gezocht en de motor weer opgelapt. Yamaha is echt een fijn stukje Japanse degelijkheid: Met lokale onderdelen en het feit dat de motor erg goed in elkaar zit, was vandaag uiteindelijk de testrit met de opgelapte motor. Geen verbuigingen, geen scheuren en geen rare geluiden. Het motorblok werkt prima en de rest van de motor is in prima staat. Naar mijn mening ligt het ook zeker aan de techniek en robuustheid van deze motor dat wij morgen weer op pad kunnen, maar ook niet in het minst de samenwerking en vakkundigheid van Robbert-Jan en Doenan die ervoor zorgen dat wij heel snel die motor weer kunnen gebruiken: De vergelijking met hoe de motor er aan toe was en hoe hij nu loopt, concludeert ons dat dit een prima apparaat is om zelfs dit soort ongelukken te weerstaan en het redelijk makkelijk te repareren.

Conclusie

Zoals de situatie nu voorstaat, gaat het herstel van Alexander erg voorspoedig, maar hij heeft zijn rust nodig. Hij zal 2 tot 3 weken moeten herstellen zonder in de auto te zitten, omdat dat nog te zwaar is. De karavaan moet wel door, dus morgen zullen wij richting Burkina Faso vertrekken en zal Alexander hier in Bamako verblijven, waar hij de verzorging en rust krijgt om te herstellen. Als hij goed herstelt, zal hij ons achterna vliegen en dan de reis vervolgen.
Maakt u zich geen zorgen, Alexander is in goede handen en wij hebben alles eraan gedaan om de situatie zo goed mogelijk te regelen.

The real deal

uudz.jpg

Mali, bekend van Timbouctou en de modder moskee in Djenne, is na Senegal en Gambia het land waar we nu zitten. Op het moment zijn Doenan en Uudzuu bij het project Kozon. Hier koken gehandicapte vrouwen op zonne-energie. Hier later meer over.

knakworsten-lunch.jpg

kramperen.jpg

Omdat we vanuit Delft een geheel professioneel uitgeruste campingset bij ons voeren, voelden we ons eergisteren na ruim een maand dan toch genoodzaakt te gaan kamperen. Hierbij speelde ook mee dat het donker werd en dat er daar in de gehele omgeving geen accommodatie te vinden was. Al snel hadden we een mooi plekje gevonden, ingesloten door een aantal bomen, ongeveer drie kilometer van de weg vandaan.
Er waren wat gemengde gevoelens over deze “bush experience” en dit werd al snel versterkt door de aanwezigheid van een dozijn spinnen zo groot als muizen die zich aangetrokken voelden door het kampvuur. ’s Ochtends kwam kam hier ook nog een schorpioen bij. Maar wat vaak zo is met dit soort momenten is dat je door te lachen de situatie de baas blijft. Al snel waren de spinnen vergeten en haalden we ons vermaak uit statief en camera. Zie hier het artistieke resultaat.

teamfoto.jpg

Tot voor kort waren motors en auto nog blinkend schoon, maar na wat ploeteren in de malinese modder is vooral de Pathfinder van boven tot onder bedekt met een laag dikke rode brei.

pathfinder.jpg

In de straten van Bamako, een heksenketel waar chaos orde schept, zijn Bogdan en ik gister 16 euro lichter gemaakt. Bij de aankoop van een stel speelkaarten met Ronaldinho pronkend op de voorkant waren we, bleek snel, met de verkeerde persoon in zee gegaan. Na een straffe onderhandeling waarbij we 1/3 van de prijs haalden, overtuigd zijnde van het feit dat deze man de eigenaar van het kraampje was, gaven we hem geld. Hierop vertelde hij dat hij geen wisselgeld meer had en dit moest gaan halen; hierna hebben we hem nooit weer gezien. Het gekke aan dit hele voorval is dat de 5 mensen die zich geroepen voelden zich met de onderhandeling te bemoeien, inclusief het vrouwtje die de kaarten verkocht, niks deden. Maar ach, T.I.A, weer een wijze les uit Afrika; Nooit zomaar je geld overhandigen zonder dat je wisselgeld ziet.

1-plus-1-is-2-tia.jpg

On the road again

Vanuit Sierra Leone zijn we op vrijdag teruggevlogen naar Banjul. Omdat we natuurlijk niets wisten van een verplichting om 72 uur van te voren je ticket opnieuw te bevestigen, bleken we geen plaatsje in het vliegtuig te hebben. Gelukkig was daar dr. Hassan. Als enige dokter in het ziekenhuis van Lungi, liet hij zijn ziekenhuis voor wat het was en zorgde ervoor dat we na een paar uurtjes wachten toch in ons – uiteraard vertraagde – vliegtuig terug naar de Gambia zaten.

Omdat we al een week in Gambia gezeten hadden en iedereen wel genoeg sextoeristen, taxichauffeurs en vrouwen van lichte zeden gezien (dus niet bezocht) had, keken we uit naar maandagochtend, het moment waarop onze karavaan eindelijk weer in beweging gezet zou worden.

Coupe d’Afrique

Onze spullen hadden in de tussentijd op het opslagterrein van Ballast Nedam gelogeerd, waar we dankzij Erald een oud dispuutsgenoot van Hans terecht waren gekomen. Na zaterdag Hans z’n verjaardag nog even dunnetjes te hebben overgedaan op ‘the strip’ in Senegambia, besloten Hans en ik dat haar toch maar overbodige ballast is, en schoren we ons kaal. Daarna dronken we nog een wijntje met de ambassadeur van West Afrika en was het na een laatste broodje frikandel speciaal toch echt tijd om Senegal weer in te rijden.

Nederlands feestje

Hiervoor moesten we maandagochtend eerst de rivier de Gambia oversteken. Na bijna een maand Afrika vormde dit niet echt meer een probleem. Zo was onze karavaan opeens onderdeel van een rally naar Kaapstad en lagen we momenteel op de eerste positie. Nadat ze ons eerst vier keer weggestuurd hadden, en wij elk er officieel uitziend document hadden laten zien, stonden we uiteindelijk toch op de eerste boot, zij het met de achterkant van de Pathfinder uitstekend boven het water.

Op ‘t bootje

En hoewel Senegal eerst als een verademing werd gezien, vielen de ‘Tubab’ roepende kinderen nu toch een beetje in het niet vergeleken met het enthousiaste ‘O’puto’ van de kids in Sierra Leone. Ook een wegdek dat meer deed denken aan een Zwitserse gatenkaas dan aan asfalt zorgde ervoor dat we maar 150 kilometer aflegden. Ook de tweede dag, van Kaolack naar Tambacounda was meer gaten dan kaas. Gelukkig besloten we na Tambacounda nog een uurtje verder te ploeteren, maar hier was de weg in één keer als babybilletjes zo glad.

De trein is weer in beweging gezet

Doordat ons satellietinternet niet vlekkeloos werkt, worden er af en toe berichten gepost van een paar dagen daarvoor.

A bright future for Sierra Leone.

Het is eindelijk zover, mijn eerste blog post vanuit Afrika. We zijn net 1 dag terug uit Sierra Leone en volop bezig me de voorbereidingen voor het komende project. Mijn gedachen worden vertraagd door de koorts die mijn amandelontsteking met zich meebrengt. Ik denk na over alle ervaringen uit Sierra Leone, de armoede, het gebrek aan middelen als water en energie, en het karakter van de mensen die ik ontmoet heb.

Life is poor

Sierra Leone is een fantastisch mooi land, het verschil met de dorre woestenij die we tot aan Gambia gezien hebben is een welkome afwisseling. Ik verbaas me over de groene levendigheid van de natuur, de diversiteit aan flora en ik zie de onbegrensde mogelijkheden van het land zonder uberhaupt na te denken over al het goud en diamant dat dit land rijk is. Mijn eerste indruk van rijkdom wordt ruw verstoord door het ritje van het vliegveld richting de pont naar Freetown. De weg is in zeer slechte staat en langs deze hoofdader van handel en economie zie ik niet veel meer dan lemen hutjes met rieten daken. Na een paar kilometer realiseer ik mij dat er nergens hoogspanningsmasten staan. Ik zie mensen lopen met jerrycans op het hoofd en navraag leert dat de mensen kilometers moeten lopen om water te halen.

The country is rich

Als westerlingen in Afrika krijgen wij vaak weinig mee van de armoede en het gebrek aan middelen in een land omdat onze stopplaatsen meestal in grote steden zijn waar water en electriciteit aanwezig zijn. In Makeni is dit anders, hoewel de eerste indruk van het ziekenhuis Westers aandoet merken we al gauw dat stroom hier een heikel puntje is. De generator die het ziekenhuis rijk is draait maar een aantal uren per dag, en ook de watervoorziening valt af en toe weg. Het contrast tussen de ‘natural resources’ en de aanwezige armoede is levensgroot.

Allerlei vragen spoken door mijn hoofd: Hoe kan het dat mensen hier zo arm zijn? Hoe zou je de mensen kunnen helpen? Wat is de oorzaak van deze armoede? De antwoorden op deze vragen liggen niet voor de hand. Geef je geld dan gaan mensen bedelen, geef je hulp dan maak je mensen afhankelijk, doe je niets dan zal het nog een paar honderd jaar duren voor de economie in de buurt komt van bijvoorbeeld een land als Polen.

Als beste oplossing zie ik momenteel ondernemerschap. Door externe investeringen zal de economie sterk groeien. Uitgangspunt hierbij moet zijn “winstgevendheid”, een land als Sierra Leone heeft ongekende mogelijkheden en return on investment zal zeer snel gaan. De grootste barriere voor externe investeerders is de stabilteit van de overheid. De politieke situatie is verre van stabiel en dit brengt grote risico’s met zich mee. Als ideale oplossing zie ik liefdadigheids instellingen die niet te werk gaan als donateurs maar als winstgevende bedrijven. Het Non-profit gedeelte zal dan bestaan uit het opnieuw investeren van de winst in nieuwe winstgevende projecten. Het voordeel voor de non-profit organisatie ligt in het feit dat zij economisch duurzaam bezig zijn en de economie stimuleren. De bevolking zal zien dat ondernemerschap loont.

Ik zie hier een kans voor alle non-profit organisaties om een ommekeer te maken van geld storten naar echt investeren. Hier plukt iedere betrokkene de vruchten van.

leeuwenberg

makeni-hospital.jpgdoenan-en-makeni-hospital.jpg

Sierra Leone heeft zijn naam gekregen van de Portugezen, de eerste kolonialisten uit Europa in SL, wat zoiets betekent als de Leeuwenberg. Blijkbaar lijken de bergen rondom Freetown op een leeuw. Dit eerste contact van de oorspronkelijke bevolking met deze blanken uit Zuid Europa is nog altijd merkbaar, want een blanke wordt o’puto genoemd wat Portugees betekent. En dit hoor je vaak, erg vaak.

Het land is straat arm. De burgeroorlog van ’91-’02 heeft het Sierra Leone aan de rand van de afgrond gebracht. Hiervoor verantwoordelijk was de RUF, een rebellenleger wat in eerste instantie voor het goede doel vocht, maar al snel veranderde in een rovende, moordende en op geld beluste bende die geld verdiende met diamantenhandel.

Â

Charles Taylor, de toenmalige leider van het buurland Liberia, was een belangrijk persoon in deze hele ellende. Het schijnt dat hij wapens ruilde tegen de “Blood Diamants” en kindsoldaten ronselde die er bekend om stonden onder invloed van drugs en drank luk raak ledematen af te hakken. Hij wordt op het moment berecht in Den Haag.

Het grootste gedeelte van Sierra Leone heeft geen elektriciteit en stomend water. De gemiddelde leeftijd is 40 en 50% van de kinderen wordt niet ouder dan 5 jaar. Â Al met al een erbarmelijke situatie.

Â

 makeni-mensen.jpg

Â

Na een week van nieuwe indrukken en ervaringen was het weer tijd om richting The Gambia te gaan. Onze tickets moesten 72 uur van te voren worden geconformeerd en dat was natuurlijk niet gebeurd. Hierdoor kwamen we op de reserve lijst en was het de vraag of we alle zes op deze vlucht mee konden. Door het trekken van strootjes  hadden we uitgemaakt wie mogelijk mee zou gaan of  wie mogelijk in zou SL blijven.

De volgende vlucht zou pas over 5 dagen zijn en met de beperkte voorzieningen in de omgeving was dit een aardig saai en akelig vooruitzicht. Maar gelukkig konden we na urenlang met bezwete en samengeknepen billen op het vliegveld te hebben gewacht uiteindelijk en godzijdank allemaal mee. Na een week was het wel mooi geweest en tijd om weer door te gaan.

freetown.jpg

lungi.jpg