Nieuwe foto’s, oude verhalen en een nieuw filmpje!

Beste getuigen van ons wel en wee,

Na het lezen over het REAL project in Kenia hebben we weer een aantal leuke items waar we u op willen wijzen. Hoewel het soms wat langer stil is rond AfricAlive zijn wij nog steeds volop bezig. Er zijn 2 grote artikelen verschenen in Motor Magazine en DEZE WEEK ligt Autoweek nummer 29 in de winkel (tot dinsdag) Met een 3 pagina artikel over de expeditie (voor 1,99 heeft u er al één). Momenteel zijn wij hard bezig met het schrijven van ons boek wat naar verwachting in november gepresenteerd zal worden.

Als klap op de vuurpijl kunt u nu genieten van meer dan 800 foto’s op chronologische volgorde op onze volledig verniewde Gallery pagina. Robert-Jan heeft hier keihard zijn best op gedaan en we zijn allemaal trots op het resultaat.

Hieronder staat nogmaals het verhaal van onze ontmoeting met de Centraal Afrikaanse republiek. Een ongelooflijk mooi land, verscheurd door interne spanningen maar met een hoop en doorzettingsvermogen waar wij nog een puntje aan kunnen zuigen. Het filmpje is inmiddels af en kunt u als eerste bekijken alvorens op uw gemak het verhaal van het bezoek te lezen.

De C.A.R…een stukje T.I.A.

Op dit moment is de boot met onze container stug richting Oost-Afrika aan het varen, waardoor wij genoeg tijd hebben om projecten te verslaan en ons goed voor te bereiden op de resterende 10.000 km richting Kaapstad.

Alle douane formaliteiten rondom het transport van onze spullen per containerboot naar Oost-Afrika namen erg veel tijd in beslag. Dit schiep voor ons toch een mogelijkheid om het oorspronkelijke plan, om naar de Universiteit in Bangui van de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) te gaan, uit te voeren.

De reden dat wij toch heel graag naar de CAR wilden afreizen, is om tijdens deze expeditie ook indrukken op te doen van een Afrikaanse Universiteit en te kijken wat er in Afrika actief bestudeerd wordt aan duurzame technologie. Het is voor ons ook leuk om te kijken hoe Afrikaanse studenten het doen in vergelijking met onze situatie in Nederland. Omdat wij alle contacten in de CAR al hadden gelegd via Kolonel Tebiro, de ambassadeur van de CAR in Bonn en een heel programma voor ons was geregeld, was de keuze om toch naar de CAR te gaan, erg makkelijk. Om praktische redenen reisden Doenan en ik per vliegtuig naar de hoofdstad Bangui.

car.jpg

De Centraal Afrikaanse Republiek is zoals vele Afrikaanse landen erg arm, het is een van de minst ontwikkelde landen van Afrika en is geteisterd door instabiliteit in grote delen van het land door rebellie en banditisme. Corruptie is er nog aan de orde van de dag. Het is een land waar mensen vriendelijk zijn en proberen het beste van te maken, maar door de grote problemen die dit land kent, is het moraal erg laag. Met zijn 4 miljoen inwoners is dit land erg dun bevolkt en de meesten wonen dan ook in Bangui.
De CAR is een ontzettend mooi plateau met uitgestrekte velden van gras, rivieren, ongerepte tropische regenwouden, heuvels en herbergt enorme hoeveelheden aan waardevolle grondstoffen.
En hier ligt wellicht ook de tragedie van dit land: Door de aanwezigheid van grondstoffen zoals goud, diamanten en Uranium is de ontwikkeling van dit land jarenlang geremd. Koloniale invloeden die vandaag de dag nog steeds te zien zijn, brute dictaturen die elkaar in rap tempo opvolgden en de corruptie, hebben geen goed gedaan om iets van die natuurlijke rijkdommen te laten doorvloeien naar de arme bevolking.
Maar zoals in vele Afrikaanse landen, maken de mensen er het beste van en hopen ze op betere tijden. Ons bezoek was tot in de puntjes geregeld. Gedurende ons bezoek aan de CAR, had de ambassadeur ons een gewapende soldaat, Pascal, toegewezen die ons overal waar wij heengingen moest bewaken. Omdat de veiligheidssituatie in de CAR op dit moment erg slecht is, stónden wij in de voorbereiding erop dat wij ten alle tijden security mensen mee zouden krijgen. Pascal mocht met ons mee en was echt een goede lobbes die voor de speciale unit van de politie van de CAR werkte en vaak genoeg ministers en de president bewaakt had. Alleen had hij al 3 jaar geen loon meer ontvangen, wat gek is als je zo belangrijk werk moet doen. Misschien is dit dan weer een les hoe dingen in Afrika nu eenmaal gaan.

Vanaf het eerste moment dat wij in Bangui arriveerden, waren wij erg goed ontvangen door ambassadeur Tebiro. Alles was door hem goed geregeld, van de accommodatie, het programmama op de Universiteit tot aan ontmoetingen met ministers van de CAR later die week. Wij waren een klein beetje gespannen om naar dit gevaarlijke land af te reizen, maar waren bij ontvangst al gerustgesteld.
Onze dagen in de CAR werden wij eigenlijk geleefd: Twee volle dagen aan bezoeken en rondleidingen op de universiteit en interviews met de Rector en de decaan, spontane ontmoetingen met ministers en een heuse persconferentie onder de aanwezigheid van de studenten van de Universiteit van Bangui voor de nationale pers, stond er onder andere op het programma. Doenan had zelfs de eer een interview te geven voor de nationale radio en voor het lokale TV kanaal over onze expeditie en de reden van ons bezoek aan de CAR. Wij hadden zelf de uitzending gemist op tv, maar de dag erna herinnerde de mensen op straat ons eraan dat we op tv waren geweest; toen begrepen wij waarom we zo werden nagestaard op straat. Een erg leuke ervaring en een goede ijsbreker bij het contact maken met de lokale mensen.

recteur-universite-de-bangu.jpg

De universiteit van Bangui doet eigenlijk veel op het gebied van duurzame technologie. Zo hebben ze technieken ontwikkeld om op een efficiënte manier olie van de Jatrova plant te extraheren door energie besparing en de lokale boeren te instrueren hoe ze het maximale kunnen halen in de verbouwing van deze plant. Van deze olie kan dan weer een soort biodiesel gemaakt worden voor allerlei toepassingen.
Ook stimuleert de Universiteit studenten zelf duurzame projecten op te zetten. Twee goede voorbeelden hiervan zijn de zonnedroger en de zonnekoker. Met behulp van zon energie en het gebruik van spiegels en een donkere plaat kan zonlicht gebundeld worden om fruit te drogen of voedsel te bereiden. Op deze manier kunnen mensen energie besparen, wat al erg duur is in de CAR en hun fruit langer bewaren omdat het gedroogd is.

Voor ons was dit toch weer een realisatie dat Afrikanen erg bekwaam zijn in het nuttig benutten van schaarse middelen. Schaarste en verlangen naar betere leefomstandigheden zijn een sterke combinatie voor duurzame technologische oplossingen. Ik denk dat wij veel lessen hieruit hebben geleerd van de studenten in de CAR.

De Decaan

De verschillen tussen Afrikaanse studenten en ons was logischerwijs groot. Schoolspullen, de faciliteiten op de Universiteit en de mogelijkheden waren geringer, maar naar ons inzicht was de Universiteit erg vooruitstrevend. Later hoorden wij dat de Universiteit in staking was omdat leraren al maanden geen salaris meer hadden ontvangen en studenten hoopten het curriculum van 2006-2007 eind 2008 af te kunnen hebben. Hoewel er genoeg studenten waren die hun leven in de CAR wilden opbouwen en graag hun diploma wilden halen, is het eigenlijk geen wonder waarom sommige studenten zo graag weg willen uit de CAR als je deze verhalen onofficieel te horen krijgt. Al met al was de CAR een interessante ervaring om mee te maken.

Bogdan

E.ON project Oeganda

In Oeganda bezoeken wij het ‘Kibale National Park’ (Kibale NP), waar wij een kijkje nemen bij de stichting FACE (Forests Absorbing Carbon dioxide Emissions). Stichting Face wordt gesteund wordt door E.ON Benelux, hoofdsponsor van de AfricAlive Expeditie. Tijdens het bestuur van de dictator ‘Idi Amin’ in de jaren tachtig, waren Kibale NP en Queen Elisabeth NP ernstig verwaarloosd. Deze twee parken onderhouden een grote verscheidenheid aan planten en dieren.

Kibale National Park Uganda boom

Om de parken te herstellen, en weer met elkaar te verbinden heeft de Oegandese overheid, begin jaren negentig, de hulp ingeroepen van de Nederlandse Stichting Face. Stichting Face heeft in verschillende landen projecten lopen, waar zij bestaande bossen beschermen en bomen aanplanten. Het planten van bomen heeft vele voordelen. Zo wordt koolstofdioxide fysiek opgenomen in de vorm van bomen en planten, waardoor dit een effectief middel is om klimaatverandering tegen te gaan.

Kibale National Park Uganda boom

Daarnaast biedt de stichting op deze manier een kans aan bedreigde ecosystemen om zich te herstellen en te blijven voortbestaan. Een bijkomend voordeel van het beschermen en herstellen van bossen in tropische gebieden is dat de wouden hier een grote verscheidenheid aan biodiversiteit tentoonspreiden. Kibale NP is ook het leefgebied van de bedreigde chimpansee. Een ander bijkomend voordeel is dat nieuw aangeplante bossen in de tropen meer koolstofdioxide opnemen dan bossen elders op de wereld. Initiatieven, zoals deze van de stichting Face, werken alleen als het ook de steun krijgt van de lokale bevolking. De mensen hier zijn vaak in grote mate afhankelijk van de bossen in de direct omgeving, voor het vergaren van voedsel en brandhout. Deze groep mensen wordt vaak vergeten, en hun rechten worden vaak gewoonweg genegeerd door grote partijen zoals de overheid. Het is daarom belangrijk om te vermelden dat de stichting Face, in samenwerking met de ‘Uganda Wildlife Authority’ (UWA), dit project uitvoert in nauwe samenwerking met de lokale bevolking. Zo worden de dorpelingen in de gelegenheid gesteld om bepaalde gebieden van het bos te gebruiken voor voedselvoorziening en het vergaren van brandhout. Dit gebeurt onder het toeziend oog van de UWA.

foto-face-chimp.jpg

Daarnaast worden de dorpelingen in de gelegenheid gesteld om te werken voor de samenwerkende organisatie UWA-Face. Zij kunnen hierdoor werken als gids of parkwachter, wat de betrokkenheid bij de parken vergroot. Op deze manier brengt de stichting Face extra geld bij de gemeenschappen, welke weer gebruikt wordt voor de verbetering van huizen, onderwijs en de lokale gezondheidszorg. Op deze manier heeft de stichting Face een duurzaam project neer weten te zetten, dat gesteund wordt door alle betrokken partijen. De klimaat Neutraal Groep geeft certificaten uit welke waarmee iedereen zijn/haar uitstoot van koolstofdioxide kan compenseren. De certificaten worden uitgegeven op basis van de bomen die de stichting Face plant. Op deze manier is de AfricAlive Expeditie volledig gecompenseerd voor de uitstoot van al haar CO2 via de CO2mpensatiepolis van Branche Benefits.

Cameroon: The Drama, The movie

We zijn alweer meer dan een maand verder en voelen nog steeds de effecten van ons avontuur in Kameroen. Het eerste deel van het video verslag van onze modderworstelpartij is gereed. Hieruit blijkt nogmaals waar onze beslissing om de auto en motoren op de boot te zetten gebasseerd is. Inmiddels is de boot een aantal dagen geleden vertrokken uit Djeddah, Saoudi-Arabie. De boot zal naar verwachting op 14 oktober aanmeren in Mombasa, Kenya waar wij momenteel de container opwachten. De voorbereidingen om de auto en motoren zo snel mogelijk van de boot te krijgen zijn in volle gang. We hebben de rederij, MSC, gecontacteerd en ook een bedrijf in de arm genomen om de douane papieren zo snel mogelijk te regelen. Ten tijde van het verschepen van onze spullen hadden we nog een, naar verwachting klein, probleem met één van de motoren die niet meer wilde starten. Dit is waarschijnlijk een gevolg van vervuiling in de benzine toevoer of de lucht toevoer. We hebben inmiddels contact met de Yamaha dealer in Mombasa en ook met Yamaha Nederland om dit probleem zo snel mogelijk na aankomst van de boot te kunnen oplossen. De verwachting is dat wij ongeveer vier dagen na aankomst van de boot uit Mombasa kunnen wegrijden.

Geniet van het filmpje, dat hebben wij (achteraf) ook gedaan. Het modderverhaal niet zo goed meer op het netvlies? Dan kan je hier de post erover lezen.

Project Sierra Leone: Een Duurzame Totaaloplossing

Al weer drie maanden geleden hebben wij Sierra Leone bezocht. In Sierra Leone heeft van 1991 tot 2001 een burgeroorlog gewoedt die het land aan de rand van de afgrond gebracht heeft. Want hoewel het land erg rijk is aan mineralen, waarvan vooral de diamanten bekend zijn, en de landbouwgrond vruchtbaar is, behoort het tot één van de armste landen ter wereld. Sinds er weer vrede is, kruipt het land langzaam uit een diep dal. Maar de oorlog heeft vrijwel de gehele infrastructuur verwoest, inclusief de faciliteiten voor medische zorg. Door het gebrek aan medische zorg sterft nu meer dan 40% van de kinderen voor het 5e levensjaar en ligt de gemiddelde levensverwachting rond de 40 jaar.

Tijdens de opening van het Magbenteh Community Hospital in Makeni, waar hij op verzoek van een vriend bij aanwezig was, werd de Nederlander Fred Nederlof getroffen door het verhaal van de oprichter hiervan: Harald Pfeiffer. Deze Zwitserse fysiotherapeut die ruim 18 jaar werkzaam is in Sierra Leone had met enorme krachtsinspanningen de bouw van dit ziekenhuis volbracht. Er was echter geen geld meer voor de financiering van de lopende kosten; het personeel, de medicijnen, onderhoud etc. Teruggekomen in Nederland richtte Fred Nederlof de Lion Heart Foundation op, met als hoofddoel het tijdelijk adopteren van het ziekenhuis voor een periode van tien jaar.

Mede dankzij de LHF is het ziekenhuis nu volop aan het draaien. Om het ziekenhuis open te houden, is steun vanuit het buitenland echter nog onmisbaar. Om in de toekomst het ziekenhuis wel zelfstandig te kunnen laten opereren heeft de LHF een masterplan opgesteld. In dit plan zullen de inkomsten van het ziekenhuis gegenereerd worden door betalende patienten, zal de regering van Sierra Leone een bijdrage leveren en liggen er plannen om met projecten in de regio geld te verdienen. Wij focussen ons op twee van deze projecten, het Best of Both Worlds palmolieproject en een in onbruik geraakte waterkrachtcentrale.

In het gebied rondom Yele leven zo’n 3.500 boeren van kleinschalige palmolieplantages. Deze boeren werken veelal met een niet optimale palmsoort en slecht materieel. Op verschillende stukken land van zo’n 2 à 3 are elk, hebben ze een aantal van deze palmen staan. De vruchten hiervan worden via een primitief en arbeidsintensief handmatig verwerkt. Hierdoor vermindert niet alleen de kwaliteit van de palmolie maar er gaat ook veel opbrengst verloren, en dus inkomen voor de boeren.

Palmfruit op het vuur in een olievat

Het Best of both worlds palmolieproject bestaat uit het ontwikkelen van duurzame bedrijfsmatige activiteiten in de landbouw. Zo is er momenteel een (pre-) oilpalm nursery gestart, waarin zaden van een ‘superieure’ oliepalm uitgroeien tot jonge boompjes, alvorens zij worden geplant op de plantages. Daarnaast worden er nu plannen uitgewerkt om een oliepalm pers fabriek te bouwen. Voor dit initiatief is een commercieel bedrijf in het leven geroepen, namelijk Ned Oil ltd. Bij deze pers fabriek kunnen boeren uit de omgeving hun palmfruit laten persen, waardoor zowel de kwaliteit als de kwantiteit van hun opbrengst omhoog gaan. Het management van de fabriek zal uiteindelijk volledig gevoerd worden door lokale managers en alle andere medewerkers worden vanaf het begin uit de lokale bevolking gerecruteerd.

Naast eerder plannen te hebben gehad voor het aanleggen van een grote plantage, wil de LHF nu boeren uit de regio betrekken in de plannen en wordt nu gekeken naar het opzetten van een microkredietprogramma. Voordeel hiervan is dat het project draagvlak heeft bij de lokale bevolking, bestaande boomgaarden gebruikt en verbeterd worden en dat er geen boskap nodig is voor de aanleg van een nieuwe plantage. Boeren kunnen een ‘compleet pakket’ kopen dat bestaat uit de superieure palmsoort, de benodigde gereedschappen, advies en begeleiding en de mogelijkheid om hun palmfruit mechanisch te laten persen. Onderzoek heeft uitgewezen dat hierdoor hun opbrengst en daardoor hun inkomsten met 50% kunnen verbeteren. Ook wordt hiermee lokale werkgelegenheid gecreëerd en ondernemerschap gestimuleerd. Uit een enquete, gehouden onder 3.500 boeren blijkt dat het project op de actieve steun van 95% van de boeren kan rekenen. Om de boeren zo goed mogelijk bij het project te betrekken, worden de boeren regelmatig geinformeerd en geraadgepleegd over het verloop van het project.

Zo goed als nieuw

Het tweede project is de vervallen waterkracht centrale. In Yele is in 1991, vlak voor het uitbreken van de burgeroorlog een waterkrachtcentrale geopend, welke energie opwekt uit de rivier de Yele. Slechts twee weken na de inwerkingtreding van deze centrale is deze door de rebellen verwoest, waardoor er nu alleen nog een basisstructuur staat. Vrijwel alle electrische apparatuur, zoals transformatoren en regelapparatuur, is verdwenen. De LHF is nu van plan om deze centrale nieuw leven in te blazen. Op deze manier kan deze de palmolie pers fabriek en de inwoners van Yele weer van stroom worden voorzien. Hier is echter een voor onze begrippen geringe, maar voor Sierra Leone begrippen enorme investering voor nodig. De LHF is nu nog bezig met het smeden van een plan om de centrale nieuw leven in te blazen. De centrale zal bijdragen aan een versnelde ontwikkeling van Yele, voor werkgelegenheid zorgen en de palmolie pers fabriek van duurzame energie voorzien.

De winsten die Ned Oil ltd. uiteindelijk zal genereren vloeien voor een deel terug naar het ziekenhuis, en zullen ervoor zorgen dat het ziekenhuis in de toekomst onafhankelijk wordt van financiële hulp vanuit het buitenland.

Bord aan de weg

De werkwijze van de LHF vinden wij tekenend voor het hele project. Zo werken ze niet met anonieme donateurs, maar zijn de partijen direct en op een persoonlijke wijze betrokken bij de projecten. Yacht, een van onze sponsoren steunt ook de LHF. Naast financiele steun, waarbij ze precies weten naar welke projecten het gaat, stuurt Yacht geregeld teams met vrijwilligers naar Sierra Leone, om een actieve bijdrage te leveren. Leuk om te zien is dat er echt een persoonlijke band is tussen de lokale bevolking en de mensen van Yacht. Zo is de CEO van Yacht, dhr. Ockels zelfs tot “paramount chief” benoemd, een eretitel, welke hem gegeven is uit dank voor zijn inzet.

Vanuit AfricAlive vinden wij dit project van de Lion Heart Foundation een voorbeeld voor bestaande en toekomstige ontwikkelingsprojecten. Uitgangspunten voor duurzame projecten zijn altijd: 1. de vraag vanuit de lokale bevolking, 2. het voortbestaan van het project nadat de NGO afstand neemt en 3. het beschermen van de natuur door op een maatschappelijk verantwoorde manier te ondernemen. Daarnaast stimuleren deze projecten eigen verantwoordelijkheid, ondernemerschap en creëert het werkgelegenheid in de regio, zowel direct als indirect.

Project 2 : Waterpiramide Gambia : Schoon drinkwater

De waterpiramide is het eerste grote project wat wij bezoeken in Afrika. Het is een project dat ontstaan is vanuit de nood voor schoon drinkwater in Afrika en vooral voor een kleine dorpje Sibanor in Gambia.
Martijn Nitzsche, een oud student Civiele techniek van de TU Delft, heeft het initiatief genomen om een technologie in te zetten om in deze nood de voorzien. De technologie is simpel uitgelegd een tent, die lijkt op een piramide waar een grote bak met water in staat. Het water wordt lokaal gewonnen uit regenwater of uit een put en wordt met behulp van elektrische pompen in de tent gepompt. Het materiaal van de tent is heel speciaal, wat een soort doek is, dat extreem veel warmte absorbeert. Door het schijnen van de zon, wordt de lucht binnen in de piramide erg heet doordat dit materiaal warmte vasthoudt. Het water in de tent verdampt door de hete lucht en komt tegen de wanden van de piramide aan. Bij een temperatuur van 70 graden verdampt het water en slaat op de wanden van de piramide, waar het condenseert en vloeit vervolgens als warm water langs de wanden naar beneden. Hier wordt dit water, wat zuiver gedestilleerd is, opgevangen. Dit water kan gebruikt worden voor de volgende doelenden:

– Verkoop als gedestilleerd water
– Vermengen met mineralen voor drinkwater

De piramide heeft ook nog een derde functie: Het vangt het regenwater op en produceert via een paar filters, schoon drinkwater voor de lokale mensen. Alle pompen en stroomvoorziening wordt gewonnen met behulp van zonnepanelen.

waterpyramid.jpg

De reden dat wij dit project hebben gekozen, is dat het perfect in de filosofie van de expeditie past:

– De behoefte moet vanuit de lokale mensen komen: Vroeger was de filosofie om een technologie te droppen en vanuit het aanbod redeneren, maar naar ons inzicht is het beter te redeneren vanuit de vraag kant: Luisteren naar de behoeften van de mensen en met behulp van Duurzame technologie hun problemen oplossen en in de basisbehoeften voorzien.
– Leren van de lokale mensen.

De waterpiramide is hier een goed voorbeeld van: Het project wordt geleid door een lokaal persoon die gecontroleerd wordt door de lokale community via een wisselend bestuur uit het dorp. Het Westen voorziet met kennis, investering en technologie in de vraag en de lokale bevolking coördineert en reguleert het project. Het project is van de lokale bevolking en met het geld dat gegenereerd wordt, worden projecten in de gemeenschap bekostigt, zoals lokale scholen voor kleine kinderen. De bevolking heeft nu al aangegeven dat ze eigenlijk een bepakking machine nodig hebben, om het water dat geproduceerd wordt door heel Gambia te gaan verkopen. Als die extra investering gedaan wordt, kan het gehele project zichzelf in 3 jaar terugbetalen.

tent.jpg

Een van de belangrijkste doelen binnen de gemeenschap, waar de opbrengsten van de waterpiramide naar toe moeten gaan, is de ondersteuning van 6 lagere scholen voor kinderen tussen de 3 en 7 jaar. De waterpiramide is één van de vele initiatieven om deze scholen financieel te ondersteunen. Andere activiteiten zijn bijvoorbeeld een toeristische lodge wat in het dorp staat. Geld wat als winst gegenereerd wordt, zal volledige terug worden gegeven aan de gemeenschap, onder toezicht van het lokaal bestuur. Op dit moment wordt goedkoop water aan de locals verkocht voor 3 Delassi (5 euro cent) per 10 liter. Het water was voorheen het aller slechts in Sibanor en daarom is de piramide hier neergezet, omdat de mensen uren moesten lopen naar een put met wel goed drinkwater. Dit project draagt bij aan de werkgelegenheid voor het dorp, voorziet in een basisbehoefte, namelijk schoon drinkwater en heeft tot doel geld te generen om lokale scholen te ondersteunen. Een drieluik van goede oplossingen met behulp van duurzame technologie.

Project 1: NICE Gambia: Duurzame energie oplossingen

Het NICE project is het eerste project wat wij compleet online verslaan vanuit Afrika. Het is een project dat ontstaan is vanuit de nood voor goed onderwijs op een moderne manier en vooral als oplossing voor een groot probleem waar de Afrikanen al jaren mee kampen: de toegankelijkheid van energie.

Het idee van dit project is mogelijkheden en services te creëren voor mensen uit de onderste lagen van het financiële spectrum van Gambia met behulp van duurzame technologie. Het NICE Gambia project, wat onderdeel is van NICE International, heeft in 2006 twee centra opgezet waar mensen gebruik kunnen maken van verschillende services. Deze diensten zijn gebruik van Internet, het aanbieden van onderwijs door middel van computers en Internet, een educatieve bioscoop voor de jeugd en verschillende programma’s om mensen IT onderwijs te verschaffen.

img_1700.jpg

Op dit moment heeft het NICE Gambia project twee locaties waar deze diensten aangeboden worden en is bezig dit aantal uit te breiden door heel Gambia. De ‘Internet cafés’ hebben hun bestaansrecht te danken aan het gebruik van duurzame technologie. De cafés draaien op zonenergie en gebruiken de modernste zonnepanelen die met hulp van het Westen zijn neergezet. Deze cafés zijn in feite een netwerk van duurzame shops die op een goedkope en makkelijke manier communicatie, informatie en onderwijs aanbieden aan de lokale mensen.

Dit project is belangrijk voor de lokale gemeenschap die in een omgeving zitten waar de toegang tot elektriciteit niet voorhanden is, maar waar ook scholen gering zijn. De locaties van de cafés zijn strategisch gekozen tussen de stad en het platteland in, om te voorzien in de behoefte van de mensen toegang te hebben op modern onderwijs.

img_1797.jpg

Bij dit project zijn vele partijen betrokken zoals Econcern via de ‘Energy for all’ organisatie, die de zonnepanelen leveren voor de locaties. Ook het Christian Children Fund is nauw betrokken bij het project. Het stelt beurzen beschikbaar voor getalenteerde studenten. Het rode kruis maakt gebruik van de cafés van het NICE project om jongeren de onderwijzen over AIDS, Malaria en Tuberculosis.

Door het gebruik van duurzame oplossingen en een efficiënt business model, kunnen de diensten goedkoop aangeboden worden aan de lokale bevolking en wordt ook ondernemerschap gestimuleerd in de regio. Dit is een goed voorbeeld van een project dat voldoet aan de vraag vanuit de lokale gemeenschap, waar Afrikanen zelf het project runnen en duurzame technologie de drijvende motor is achter het succes van dit project.

Dit project is de kick-off van AfricAlive om het doel wat wij ons hebben gesteld te realiseren: Het promoten van Duurzame technologie en duurzaamheid in het algemeen. Wij zullen nu in elk nieuw bericht Duurzame Technologie op een passende manier naar voren brengen.

De trip, het vervolg..

Na een aantal dagen genoodzaakt in Bamako te zitten was dan het moment aangebroken om de reis weer te hervatten. Het was een vreemd gevoel om Alex achter te moeten laten in Bamako. Na 6 weken intensieve omgang als team ga je zijn vaak smakeloze grappen en grollen toch missen. We overnachten die avond in het plaatsje San in hotel Relax.

De volgende dag gaan wij naar Djenné om de grootste moddermoskee van de wereld te bezoeken en te documenteren. Om in Djenné te komen moet je een rivier oversteken. Dat hier ooit een brug gezeten heeft blijkt uit de halve dam die er nog staat. Het stukje water wat er overbrugd moet worden is maximaal 8m Het pontje wat heen en weer vaart legt niet 100% aan, waardoor je genoodzaakt wordt om een stukje door het water te gaan. Tussen wal en schip belanden heeft hier in Afrika blijkbaar wel een goede betekenis want van geen kant kun je nu ineens 2 kanten op!

pontje.jpg

We waren al gewaarschuwd voor opdringerige mannen die zich als gids profileerden en waren dus op onze hoede. Op het plein voor de moskee begon het circus dan ook als verwacht. We kwamen aanrijden op het plein voor de moskee en als mieren die op zoetigheid afkomen hadden we hier erg veel mannetjes die zich voordeden als een betrouwbare goedkope en engels sprekende gids. Men kon van alles regelen. De mooiste uitzichten van verschillende dakterassen en een kijkje binnein in de moskee. Aangezien ik toch wat shots wou hebben zijn we na een onderhandeling toch met een gids in zee gegaan. De schoenen moesten logscherwijs uit, eerst wou ik mijn nikies niet afgeven uit angst ze niet weer terug te krijgen. Maar ik stelde mezelf gerust. Want als het wél zo zou zijn en ik op slippers terug had moeten gaan, wist ik zeker dat Allah ze zou straffen!

De moskee was van buiten indrukwekkend. Van binnen was deze door het hoge plafond, rieten matjes op de grond, stille sfeer en bogen die als poorten fungeerden nog indrukwekkender. Net als in de bieb in NL mocht je ook hier geen kabaal maken. Voor Hans, Robert Jan en mij was het dus stilletjes genieten, foto’s maken, videomateriaal schieten en weer wegwezen.

Na een lunch in een dorp verderop waar we door een local zijn afgezet met een stuk brood, zijn wij verder gereden. Dachten we dat we door de moddermoskee de bezienswaardigheid van de dag gehad hadden, vielen we ineens met onze neus in de boter door een stukje ongerept natuurgebied wat surrealistisch oogde. Even kreeg ik het idee in een levensecht groot Super Mario Land terecht gekomen te zijn. Stoffige wegen in gravel-rood zoals je ze van de oude tennisbanen kent met daarnaast gras nog groener dan de lekkerste appels bij de lokale groenteboer in Nederland, smurfenblauwe lucht met wolken die door de scherpe lijnen zo uit een stripboek leek te komen. Rijdend in de auto, als in een videogame dat je de obstakels op de weg moet ontwijken. Hoe meer obstakels in een bepaalde tijd, des te meer punten. De motorrijders waren ineens geen teammembers meer, maar invaders uit een andere galaxy die je ala James Bond stijl moest afschudden door zoveel mogelijk rood stof te creeeren dat ze je niet meer konden zien

mario.jpg

De rit was leuk en zoals zoveel leuke dingen in het leven was deze ook te kort want voordat we het wisten kwamen we aan in Bankass. Het volgende plaatsje waar we zouden overnachten. Een hotel hadden we zó gevonden. In het hotel hadden we ook nog eens de keuze uit 2 slaapopties, Een normale kamer met ventilator of een matras mét klamboe op het dak van het hotel. Met een heldere nacht in het vooruitzicht was deze laatste en ook nog eens goedkopere optie de ultieme kans om een nacht onder de prachtige sterrenhemel door te brengen. Dat dit een slechte keuze was geweest bleek later in de nacht om 1.30 Het hotel personeel maakte ons hardhandig wakker om te vertellen dat het binnen 3 minuten zou gaan stormen en onweren en dat het voor ons beter was om het dak te verlaten. Ben ik in de afgelopen 6 weken erachter gekomen dat een groot deel van de groep moeite heeft met opstaan ’s ochtends. Ik heb ze nu in zelfs minder dan 2 minuten naar beneden zien rennen. Met matras, tas, klamboe én deken onder de arm! We hebben de nacht vervolgd op het terras met een rieten afdak. De constante flitsen in het pikkedonker, het dak wat de neiging had om eraf te vliegen, het geluid van harde regen druppels en de wind met minimaal kracht 10. Voor mij had het iets rustgevends. Ik heb die avond dan ook stormachtig goed geslapen.