Welcome to tha Gambia man!

Doordat we onze eigenlijke baken van rust, Dakar, net niet gehaald hadden, besloten we Dakar maar rechts te laten liggen en door te rijden om de hoofdstad van Gambia, Banjul, te halen. Dit was een dag waar we onzelf tot het uiterste hebben gedreven. Vroeg op, meer dan 600 kilometer door het Afrikaanse landschap gereden, gewerkt in de auto en een dag van 21 uur geklokt.

We begonnen de dag rustig door het Senegalese landschap van duizenden Baobab bomen die ons al aangaven onderweg te zijn richting onze grootste uitdaging van de expeditie: De oversteek van West Afrika naar Oost Afrika, door het extreme regenseizoen van dit continent: Blubber, modder, wegen die lijken op een tapijt van rode Zwiterse kaas en natuurlijk ontelbare velden van bomen en groene struiken die de uitdaging alleen maar mooier maken. Goed dus om naar uit te kijken!

Van die kaasweggetjes kregen we in de late namiddag al een voorproefje: Doenan, Sander en Bogdan slalomden als venijnige Alberto Tomba’s langs alle gaten die de weg rijk was om vlot richting de grens met The Gambia te rijden. Zoals elke ervaren rijder, worden er wel eens fouten gemaakt en zelfs de grote Alberto beland van tijd tot tijd in de netten langs de piste. In het landschap van Afrika, zijn die netten ver te zoeken en is het meer een kennismaking met het asfalt dan een zachte stop.
Een diep gat wat niet meer te ontwijken was, gravel op de weg en een laagstaande zon, waren de juiste ingredienten om Doenan kennis te laten maken met het harde asfalt en de motor te sieren met wat schoonheids krasjes. De mooie koffer aan de linker kant lag er af en dat was maar goed ook, want deze en Doenan zelf, vingen de klap op. Doordat we altijd rijden met de protector van Yamaha, kon Doenan enkel een blauwe plek aanwijzen op zijn been en zijn weg weer hervatten. Vervelend, maar geen grote ramp. Later zouden we die kist in Banjul weer laten fixen.

Uiteindelijk kwamen we bij de Senegalese-Gambiaanse grens aan en wat we geleerd hadden van de vorige grensovergang, brachten wij in de praktijk: Als een geoliede machine werkten we gecoordineerd in een klein uurtje de douane, politie van beide grensposten af en waren ten hoogste een pakje peuken en een pen lichter op het moment dat we richting de boot van de Gambia rivier aan het rijden waren.

We waren bij de haven, dus weer op een punt aangekomen van traditioneel sjacheren, onderhandelen en een toneel van tientallen Afrikanen die honderden verhalen hadden waarom we niet het beste aan deden om de auto achter te laten in Gambia, onze mobiele telefoons te verkopen en 10 manden vol met troep die we niet nodig hadden, te kopen. Figuren als “I’m Jimmy tha fixa, yes Jimmy tha fixa, who can get you anything”, “Jimmy tha security guy, yes I can give you a VIP treatment and you will be the first on the boat” en nog meer van deze sjacheraars. De mooiste en degene die de meeste indruk op mij heeft gemaakt, is toch Amaru Juf, de hoogste officier bij de haven politie. Het begon bij het moment dat hij ons hielp met de kaartjes: 6 euro voor de auto en 3 euro voor de motoren. Ik had alleen een briefje van 10 en stond erop mijn euro terug te krijgen in Gambiaanse joepies. Doordat het wisselen niet lukte bij de haven en hij oprecht en eerlijk overkwam, zeiden we dat we die euro hem als fooi wilden geven. Maar dat weigerde hij pertinent: Hij ergerde zich aan dat zijn land gekreupeld wordt door corruptie, slinkse douane personeel en talloze sjacheraars die toeristen het leven zuur maken. Het was tegen zijn principe aan dit gedrag mee te doen en wij moesten dit als een wijze les meenemen dat Afrika klaar is om zijn leven te beteren. “The only thing you should do, is call me officer!” Een mooie ervaring die wij niet snel zullen vergeten!

We kwamen om een uurtje of 3 ‘s ochtens in ons hostel in Senegambia, het touristische wijkje aan de zee en dachten redelijk moe te zijn, maar bij het geluid van Reggae op t strand in de buurt, konden we de verleiding niet aan. Een te bizar feest van allen Afrikanen, die zo stoned als een kanarie, op de beat van de muziek de late uurtjes van de dag in zaten te dansen. Na een biertje was dit feest toch niet onze “cup of tea” en besloten ons bedje in te gaan rollen. Ook op deze dansvloer zijn de cultuurverschillen aanwezig.

Op naar onze eerste project: De waterpyramide!

Grens taferelen

Na een overweldigende tocht door de Sahara, waar we zandduinen in allerlei kleuren, formaties en dynamiek hebben gezien, verandert het landschap in een soort tafereel van kleine struiken die als wegenborden aangeven dat de laatste stukken van de Sahara in aantocht zijn. De Sahara, een mysterieuze omgeving waar je door de hitte al snel beseft dat zonder water en brandstof het heel snel afgelopen kan zijn. Het is een eigenlijk een spel met de omgeving waarbij je telkens de natuur uitdaagt maar toch blij bent dat je een jerrycan achterop de brommer hebt liggen en dat je motor en de auto je enige garantie is dat je levend hierdoor komt. Heel uniek om mee te maken en een wonder van dit continent.

Het Senegalese landschap

Opeens beseffen we dat we nog maar enkele kilometers van de Senagalese grens verwijderd zijn als we de laatste politie checkpoint naderen. Als alle ckeckpoints, gaat het zonder problemen, omdat onze documenten in orde zijn. Toch worden we als alle goedgelovige toeristen door de politiebeambte wijsgemaakt dat de grens een ramp is, dat je van links en rechts benaderd wordt door de lokale mensen die je er ‘smooth’ doorheen zullen loodsen en dat het ons veel geld gaat kosten. Maar, deze politieman is wel degene die dit kan voorkomen voor een klein cadeautje. En ja, we trappen erin, want we zullen keihard op de feiten gedrukt worden dat wat hij zei het geval is, ook zonder zijn toedoen. Een wijze les uit Afrika en iets wat je moet ondervinden om deze maagdelijke onwetendheid kwijt te raken. Goedgezind rijden wij achter de politiebeambte aan richting Rosso, het grensstadje van Mauritanië met Senegal, waar het hele circus begint. Mensen zonder uniform claimen bij de douane te werken, officieren met uniformen snauwen je om je paspoort, onze vriend de politieman die ervandoor is met de carnets de passage en die wij later terugvinden in de handen van een Afrikaan met een vies T-shirtje. En natuurlijk de talloze sjacheraartjes die sigaretten, cola en diensten aanbieden, is de hectiek waar je na 3 minuten bij de grens in beland bent. Je raakt zo afgeleid in een bijenkorf van mensen dat je opeens beseft dat onze coördinatie ver te zoeken is. Maar het unieke aan dit geheel is, dat net zoals bij een echt bijenkorf er overal structuur in zit; de Afrikanen hebben een hecht netwerk waar iedereen elkaar kent en ze je net zolang met verhalen bekogelen totdat je gefrustreerd raakt waarom je je zaken niet zelf regelt en je laat bevangen door 1000 en 1 indrukken die je scherpte wegnemen. ‘This is Africa’ en hun manier om je gek te maken, want het is jammer dat je vaak het gevoel krijgt dat de Afrikanen je meestal zien als een wandelend zak van Sinterklaas. Maar boven wonder hadden we al onze documenten terug, waren we wat cadeautjes en veel geld (voor studenten begrippen) lichter, toen wij over de Senegal rivier richting de Senagalese grens voeren.

Maar als een goedgelovige Westerling, hadden we het toch niet helemaal begrepen en het zelfde circus begon weer, maar nu tien keer erger. De mensen waren van een ander land, maar hadden dezelfde trucjes, venijnigheid en Afrikaanse charme, als de Afrikanen van de andere kant van de rivier. Een hectiek wat te omvatten is als de Amerikaanse beurs op Wall Street ten tijde van het moment dat de dollar valt of een markt in het oude Arabië van 1000 en 1 nacht, op het moment dat Alibaba met zijn 40 kompanen door de markt raast op zoek naar buit. Paspoorten weg, carnets nergens te bekennen en Afrikanen die tekens weer hetzelfde ruitje willen schoonmaken, nadat je 10 minuten, ‘nee’, hebt gezegd. Groep uit elkaar, motoren onbewaakt, auto ergens in een steeg, c-o-m-p-l-e-t-e chaos. Stom dat we dit niet goed hadden voorbereid en gecoördineerd, maar dit was wel de wijze les die wij geleerd hebben om zelf het initiatief te nemen en ons niet gek te laten maken. Onze toeristische maagdelijkheid waren we nu zeker kwijt en reden bezweet, dorstig en hongerig het Senagalese landschap in.

Het viel meteen al op dat de facetten van de Sahara verdwenen waren; overal gras met grazende koeien, groene bomen en kleine dorpjes waar de mensen, zoals je ziet in tv documentaires, vriendelijke zwaaien en kinderen helemaal enthousiast en druk achter je aan rennen als je voorbijrijdt. Geen gesjacher, geen chaos, maar een heerlijke kalmte. Een wereld van verschil met de grensovergang. Het was nog maar een uurtje richting St. Louis, onze rusthaven voor 2 dagen en een mogelijkheid om tot rust te komen. St. Louis is een elegant stadje met oude koloniale gebouwen, waar als je doorheen loopt, je het gevoel hebt dat je door het oude Havana in Cuba aan het lopen bent. Het enige wat je mist zijn de oude auto’s en de teksten ‘revolucion’ op de muur. De mensen zijn wel even arm maar vriendelijk en hopen dat je ze ‘sponsort’ of van een van hun diensten gebruiken maakt. Al snel hadden we een goedkoop hosteltje te pakken en we mochten de motoren ook even naast ons bed zetten. Dit vonden wij leuk en zo hadden we ook de kans om deze apparaten beter te bekijken.
De wereld is eigenlijk best klein, want op het moment als je denkt dat je de enige toerist bent en helemaal geen blanken ziet is er wel een Afrikaan die Nederlands kan en je met alles en nog wat kan helpen. Aba, een Senegalees die wij bij de benzinepomp hadden ontmoet, herkende onze nummer platen en hielp ons met allerlei dingen in St. Louis, maar als elke goede Afrikaanse sjacheraar betaamt, had hij ook zijn charme om ons enthousiast te maken met hem mee te gaan naar onze eerste party op het Afrikaanse continent, volgens hem de coolste tent van St. Louis. Oververmoeid als we toch waren, gingen we op in de Afrikaanse mambo jambo muziek, waarbij de locals ons vreemd aankeken hoe wij nou zo houterig konden dansen. Cultuurverschillen merk je al, ook op de dansvloer.

St. Louis Style!!

Op naar Gambia…

droog, droger, droogst

ids-in-de-woestijn1.jpg
sanderbo-tijdens-lunch.jpg

Na Westelijk Sahara was Mauritanie aan de beurt. Tussen Westelijke Sahara en Mauritanië ligt een bizar stuk niemandsland vol met auto wrakken waar wij op goed geluk onze weg zochten. Later hoorden we dat dit gebied vol met mijnen ligt en dat er nog maar kort geleden een paar Italianen de lucht in zijn gevlogen.

niemandsland.jpg

sahara-mauretanie.jpg

Mauritanië is een minstens zo bizar land:

het bestaat vrij wel alleen maar uit zand en rotsen, het is het enige land ter wereld waar slavernij nog voor komt en het heeft de langste trein van de wereld (2km). Het is arm, onvruchtbaar, veel te heet en door het opgewaaide stof en zand lijkt het of de zon er niet schijnt. Onvoorstelbaar dat hier mensen kunnen wonen.

openbaar-vervoer-mauretanie.jpg

sander-en-dunan.jpg

In de hoofdstad Nouakchott hebben we onze eerste Afrikaan voor de Spits geïnterviewd. Dit was Abdel, een student Franse literatuur. Als het goed is wordt dit aanstaande maandag geplaatst.

abdul-kalim.jpg

Een of andere kamelenboer was zo gastvrij om ons voor het ontbijt uit te nodigen. Hier kregen we o.a. mierzoete thee en kamelenmelk voor geschoteld.

thee-bij-kamelenboer

De pathfinder heeft ook voor het eerst vast gezeten. Een kiekje maken zorgde ervoor dat de bandjes in het zand vast kwamen te zitten. Gelukkig hadden we hem er binnen een half uur weer uit.

ingegraven.jpg
hans.jpg

Na drie dagen rijden door de zinderende hitte zijn we in Sint Louis, Senegal aangekomen. Het verschil met het voornamelijk Arabische Mauritanië is duidelijk zichtbaar. Hier begint het echte Afrika.

Zon, Strand en zee.

Panorama

Met 5500 km op de teller bevinden we ons na 11 dagen in de Westelijke Sahara: Een gebied vele male groter dan Nederland met maar een handje vol inwoners. Dit droge stuk land valt nu nog onder Marokkaans bewind maar zal in de nabije toekomst misschien onafhankelijk worden. Behalve de vele politie posten en woestenij is er niet erg veel.

Motors en zand

De afgelopen drie dagen brachten ons tempraturen van boven de 40 graden en met veel rotsen en nog meer zand is het bij tijd en wijlen erg mooi maar vaak ook zeer saai. De auto heeft zijn eerste lekke band mogen verwelkomen en de motoren hebben noodgedwongen hun buikjes moeten vullen met loodhoudende benzine, maar verder gaat het reizen eigenlijk allemaal goed. Benzine stations worden steeds schaarser en gezien de slechts 15 liter inhoud van de motortanks zijn we genoodzaakt benzine mee te zeulen in jerrycans.

Dakhla peninsula

Vandaag is het doel om de grens van Mauritanië over te komen. Het is een van de armste landen ter wereld en bestaat vrij wel alleen uit woestijn. Daarom hopen we zo snel mogelijk naar Senegal door te stomen.

tanken

l’Avonture commence ici!

De grote oversteek naar het Afrikaanse continent is gemaakt! Vanuit Tarifa hebben we de boot gepakt naar Tanger in Marokko. Vanaf de Europese kant hadden we een mooi uitzicht, over de zuilen van Hercules heen, op Afrika.
Uudzuu kreeg meteen problemen aan de grens met zijn filmcamera omdat er dubieus filmmateriaal opstond van dames die Uudzuu niet kende. Na deze beelden gewist te hebben en wat bribes betaalt te hebben kon de reis eindelijk echt beginnen. Tanger is een hele andere wereld dan Spanje, 14 kilometer terug, aan de overkant van het water. Ons rijdende circus werd door iedereen aangestaart.
Die avond hebben we een camping aan zee opgezocht, om daar de voorbereidingen te treffen voor de lange reis naar Gambia, ons eerste project.

daarligtafrika.jpg

Daar ligt AfrikaÂ

laatstestukjeeuropa.jpg

Laatste stukje Europa

opdeboot.jpg

Op de boot

Finally: On the Road!

Om in Afrika te komen zijn er zo’n 3.500 snelwegkilometers nodig. Cruisend door Nederland, Belgie en Frankrijk gaan de laatste 2.000 kilometer door Spanje. En terwijl we de regen voor de zon verruilen veranderen de kleuren rondom ons langzaam van groen naar geel.

bogdanstaand.jpg

Uiteraard blijkt dat de auto totaal niet praktisch is ingepakt, werkt de intercom nog niet en zijn we dus constant bezig met het herinpakken van en sleutelen aan de auto, veelal tot in de late uurtjes.

sleutelenf.jpg

 klussenhans.jpg