Het Aircobed,

Het Aircobed, ook wel Evening Breeze, is een bed met geïntrigeerd aircosyteem. Deze nieuwe vorm van airconditioning koelt alleen het bed en niet de gehele kamer wat een energie reductie van meer dan zestig procent oplevert.
Koude lucht afkomstig van een airconditionings-unit onder het bed valt van boven op het bed. Een passend muskietennet beschermt hier niet alleen tegen insecten, maar functioneert ook als isolatiemateriaal.
AfricAlive was te gast in de Sefapane lodge in Zuid- Afrika. Hier hebben we samen met Dani, een vluchteling uit Zimbabwe en de eerste medewerker van Evening Breeze, het eerste AircoBed in Afrika gebouwd en geïnstalleerd.

Airconditionings zijn de nummer één energie verbruikers in tropische huishoudens en vakantie huizen. In toerisme bijvoorbeeld wordt bijna tachtig procent van het energie verbruik van een normale kamer door de airco veroorzaakt. Een conventionele airconditioning gebruikt tussen de 1,200 en 2,000 Watts, het gemiddelde verbruik van de Evening Breeze is 400 Watt, wat resulteert in een energie reductie van 61% per kamer. Dit komt neer op 4MWh minder verbruik per jaar wat gelijk staat aan $1000 en 2,5 ton CO2 uitstoot.
Daarnaast wordt er gestreefd naar het gebruik van milieuvriendelijke materialen en bevat het airconditioningssysteem geen chloor.

De eerste bedden staan in lodges op Curacao en in Zuid-Afrika. Wij waren te gast in de Sefapane Lodge nabij het Kruger National Park in Zuid Afrika. Hier hebben wij samen met Danni een Aircobed gedurende 4 dagen gebouwd en geinstalleerd.

Evening Breeze geeft met hun Aircobed weer een heel nieuwe draai aan duurzaam toerisme. Hier worden comfor en energie besparing gecombineerd zodat de standaard behouden blijft maar toch minder energie en geld worden verbruikt.

Nieuwe foto’s, oude verhalen en een nieuw filmpje!

Beste getuigen van ons wel en wee,

Na het lezen over het REAL project in Kenia hebben we weer een aantal leuke items waar we u op willen wijzen. Hoewel het soms wat langer stil is rond AfricAlive zijn wij nog steeds volop bezig. Er zijn 2 grote artikelen verschenen in Motor Magazine en DEZE WEEK ligt Autoweek nummer 29 in de winkel (tot dinsdag) Met een 3 pagina artikel over de expeditie (voor 1,99 heeft u er al één). Momenteel zijn wij hard bezig met het schrijven van ons boek wat naar verwachting in november gepresenteerd zal worden.

Als klap op de vuurpijl kunt u nu genieten van meer dan 800 foto’s op chronologische volgorde op onze volledig verniewde Gallery pagina. Robert-Jan heeft hier keihard zijn best op gedaan en we zijn allemaal trots op het resultaat.

Hieronder staat nogmaals het verhaal van onze ontmoeting met de Centraal Afrikaanse republiek. Een ongelooflijk mooi land, verscheurd door interne spanningen maar met een hoop en doorzettingsvermogen waar wij nog een puntje aan kunnen zuigen. Het filmpje is inmiddels af en kunt u als eerste bekijken alvorens op uw gemak het verhaal van het bezoek te lezen.

De C.A.R…een stukje T.I.A.

Op dit moment is de boot met onze container stug richting Oost-Afrika aan het varen, waardoor wij genoeg tijd hebben om projecten te verslaan en ons goed voor te bereiden op de resterende 10.000 km richting Kaapstad.

Alle douane formaliteiten rondom het transport van onze spullen per containerboot naar Oost-Afrika namen erg veel tijd in beslag. Dit schiep voor ons toch een mogelijkheid om het oorspronkelijke plan, om naar de Universiteit in Bangui van de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) te gaan, uit te voeren.

De reden dat wij toch heel graag naar de CAR wilden afreizen, is om tijdens deze expeditie ook indrukken op te doen van een Afrikaanse Universiteit en te kijken wat er in Afrika actief bestudeerd wordt aan duurzame technologie. Het is voor ons ook leuk om te kijken hoe Afrikaanse studenten het doen in vergelijking met onze situatie in Nederland. Omdat wij alle contacten in de CAR al hadden gelegd via Kolonel Tebiro, de ambassadeur van de CAR in Bonn en een heel programma voor ons was geregeld, was de keuze om toch naar de CAR te gaan, erg makkelijk. Om praktische redenen reisden Doenan en ik per vliegtuig naar de hoofdstad Bangui.

car.jpg

De Centraal Afrikaanse Republiek is zoals vele Afrikaanse landen erg arm, het is een van de minst ontwikkelde landen van Afrika en is geteisterd door instabiliteit in grote delen van het land door rebellie en banditisme. Corruptie is er nog aan de orde van de dag. Het is een land waar mensen vriendelijk zijn en proberen het beste van te maken, maar door de grote problemen die dit land kent, is het moraal erg laag. Met zijn 4 miljoen inwoners is dit land erg dun bevolkt en de meesten wonen dan ook in Bangui.
De CAR is een ontzettend mooi plateau met uitgestrekte velden van gras, rivieren, ongerepte tropische regenwouden, heuvels en herbergt enorme hoeveelheden aan waardevolle grondstoffen.
En hier ligt wellicht ook de tragedie van dit land: Door de aanwezigheid van grondstoffen zoals goud, diamanten en Uranium is de ontwikkeling van dit land jarenlang geremd. Koloniale invloeden die vandaag de dag nog steeds te zien zijn, brute dictaturen die elkaar in rap tempo opvolgden en de corruptie, hebben geen goed gedaan om iets van die natuurlijke rijkdommen te laten doorvloeien naar de arme bevolking.
Maar zoals in vele Afrikaanse landen, maken de mensen er het beste van en hopen ze op betere tijden. Ons bezoek was tot in de puntjes geregeld. Gedurende ons bezoek aan de CAR, had de ambassadeur ons een gewapende soldaat, Pascal, toegewezen die ons overal waar wij heengingen moest bewaken. Omdat de veiligheidssituatie in de CAR op dit moment erg slecht is, stónden wij in de voorbereiding erop dat wij ten alle tijden security mensen mee zouden krijgen. Pascal mocht met ons mee en was echt een goede lobbes die voor de speciale unit van de politie van de CAR werkte en vaak genoeg ministers en de president bewaakt had. Alleen had hij al 3 jaar geen loon meer ontvangen, wat gek is als je zo belangrijk werk moet doen. Misschien is dit dan weer een les hoe dingen in Afrika nu eenmaal gaan.

Vanaf het eerste moment dat wij in Bangui arriveerden, waren wij erg goed ontvangen door ambassadeur Tebiro. Alles was door hem goed geregeld, van de accommodatie, het programmama op de Universiteit tot aan ontmoetingen met ministers van de CAR later die week. Wij waren een klein beetje gespannen om naar dit gevaarlijke land af te reizen, maar waren bij ontvangst al gerustgesteld.
Onze dagen in de CAR werden wij eigenlijk geleefd: Twee volle dagen aan bezoeken en rondleidingen op de universiteit en interviews met de Rector en de decaan, spontane ontmoetingen met ministers en een heuse persconferentie onder de aanwezigheid van de studenten van de Universiteit van Bangui voor de nationale pers, stond er onder andere op het programma. Doenan had zelfs de eer een interview te geven voor de nationale radio en voor het lokale TV kanaal over onze expeditie en de reden van ons bezoek aan de CAR. Wij hadden zelf de uitzending gemist op tv, maar de dag erna herinnerde de mensen op straat ons eraan dat we op tv waren geweest; toen begrepen wij waarom we zo werden nagestaard op straat. Een erg leuke ervaring en een goede ijsbreker bij het contact maken met de lokale mensen.

recteur-universite-de-bangu.jpg

De universiteit van Bangui doet eigenlijk veel op het gebied van duurzame technologie. Zo hebben ze technieken ontwikkeld om op een efficiënte manier olie van de Jatrova plant te extraheren door energie besparing en de lokale boeren te instrueren hoe ze het maximale kunnen halen in de verbouwing van deze plant. Van deze olie kan dan weer een soort biodiesel gemaakt worden voor allerlei toepassingen.
Ook stimuleert de Universiteit studenten zelf duurzame projecten op te zetten. Twee goede voorbeelden hiervan zijn de zonnedroger en de zonnekoker. Met behulp van zon energie en het gebruik van spiegels en een donkere plaat kan zonlicht gebundeld worden om fruit te drogen of voedsel te bereiden. Op deze manier kunnen mensen energie besparen, wat al erg duur is in de CAR en hun fruit langer bewaren omdat het gedroogd is.

Voor ons was dit toch weer een realisatie dat Afrikanen erg bekwaam zijn in het nuttig benutten van schaarse middelen. Schaarste en verlangen naar betere leefomstandigheden zijn een sterke combinatie voor duurzame technologische oplossingen. Ik denk dat wij veel lessen hieruit hebben geleerd van de studenten in de CAR.

De Decaan

De verschillen tussen Afrikaanse studenten en ons was logischerwijs groot. Schoolspullen, de faciliteiten op de Universiteit en de mogelijkheden waren geringer, maar naar ons inzicht was de Universiteit erg vooruitstrevend. Later hoorden wij dat de Universiteit in staking was omdat leraren al maanden geen salaris meer hadden ontvangen en studenten hoopten het curriculum van 2006-2007 eind 2008 af te kunnen hebben. Hoewel er genoeg studenten waren die hun leven in de CAR wilden opbouwen en graag hun diploma wilden halen, is het eigenlijk geen wonder waarom sommige studenten zo graag weg willen uit de CAR als je deze verhalen onofficieel te horen krijgt. Al met al was de CAR een interessante ervaring om mee te maken.

Bogdan

REAL: Re-hydrating the Earth and Arid Landscapes

Aan de voet van de Kilimanjaro nog net in Kenia ligt één van de mooiste stukjes natuur op aarde. Een klein beschermd natuurgebied dat huisvesting biedt aan een groot aantal diersoorten. Omringd door Masai stammen leven de wilde dieren gezamenlijk met Masai vee van dezelfde natuur. Dit is de locatie waar Peter Westerveld van de Westerveld stichting het REAL project heeft geïnitieerd.


Water is schaars en de woestijn rukt op.

Een groot probleem in veel Afrikaanse landen is water management. Zo ook in Amboseli National Park. Het probleem hier kent vele facetten, er is te weinig groen om alle mensen en dieren te voorzien van eten en brandhout. En er is te weinig water om alle wilde dieren en al het vee te drinken te geven. De oorzaak van dit probleem is dat er in het regenseizoen zeer veel regen valt en van de Kilimanjaro het park instroomt. Dit leidt tot overstromingen die stukken grond en planten wegslaan. Door de kleiachtige grond is het voor het water zeer moeilijk om de grond in te dringen. Na de overstroming is de grond dus binnen de kortste keren uitgedroogd en verdorren de planten. De natuur die overblijft concentreert zich om de natuurlijke plassen water die blijven liggen in het park. Alle Olifanten, gazelles, waterbuffalo’s, hyena’s, nijlpaarden, impala’s, zebra’s en andere wilde dieren verdringen elkaar om de waterplassen. Maar ook geiten, ezels en koeien van de lokale Masai stammen moeten leven van hetzelfde water en dezelfde vegetatie. Het is dan ook niet ongewoon dat een geit of koe vertrapt wordt door een olifant. Dit tot woede van de lokale bevolking die dan de Olifant wil doden.


Wild en Vee verdringt zich regelmatig om het schaarse water.

Tot overmaat van ramp gaan de wilde dieren bij bosjes dood tijdens het droge seizoen. Hierdoor neemt de biodiversiteit af en zelfs het Eco toerisme waardoor de inkomsten van de Kenya Wildlife Service achteruit gaan en er dus nog minder geld is voor het behoud van de natuur waar iedereen zo van afhankelijk is.


Water.....


De oplossing van de Westerveld Foundation die in samenwerking met de TU gerealiseerd is, is even simpel als robuust. Zorg dat het water tijdens het regenseizoen vastgehouden wordt. Het plan wat hiervoor uitgewerkt is bestaat uit twee delen, een greppel systeem en een gigantische zanddam. Tijdens de overstromingen loopt het greppel systeem vol met water, dit heeft een tweeledig effect. Ten eerste wordt de kracht van de overstroming afgeremd door het greppel systeem en ten tweede blijven de greppels vol met water staan op het moment dat het water zakt. Hierdoor heeft het water de tijd om langzaamaan de grond in te trekken. Dit heeft een hoger grondwater peil tot gevolgd en zorgt er dus voor dat er meer vegetatie kan groeien in en tussen het greppel systeem door. Het verschil tussen de locatie met greppels en zonder greppels is verbluffend.


Verbluffend effectief.

De zanddam ligt aan het eind van het greppel systeem en vangt het water op van de overstroming. De dam is zo hoog dat een groot water reservoir ontstaat na het regenseizoen. Vanaf het begin van het droge seizoen komen dieren drinken bij de dam. De dam houdt zoveel water vast dat het gehele jaar door water in de dam blijft staan.

De dam en de greppels worden door de lokale bevolking onderhouden in samenwerking met de Kenya Wildlife Service. Door het behoud van de natuur heeft iedereen voordeel. De toerist kan meer wilde dieren zien. De Kenya Wildlife Service heeft als beheerder van het park meer inkomsten. Van het geld wordt het REAL project betaald, onderhouden en uitgebreid. Ook wordt een gedeelte van de inkomsten besteed aan een vergoeding van de lokale bevolking als er een geit of koe vertrapt wordt door een olifant. Hierdoor is de lokale bevolking gebaat bij het natuurbehoud, afgezien van hun persoonlijke inkomsten uit het toerisme door verkoop van voedsel, onderdak, toeristische rondleidingen en kunst. Doordat er meer groen is zal het wild het vee niet meer verdringen of vertrappen. Ook is er meer hout beschikbaar voor bijvoorbeeld koken doordat er meer bos ontstaat.




Voor het bekijken van dit filmpje heeft u Macromedia Flashplayer nodig.

Recentelijk is het REAL project uitgebreid naar een tweede locatie. Een traditioneel dorp wat voor haar overleven afhankelijk is van veehouderij en bijverdient door toeristen de traditionele Masai manier van leven te laten zien. Dit dorp ligt in het midden van een dorre vlakte aan de rand van het Amboseli National Park en werd veelvuldig geraakt door overstromingen tijdens het regenseizoen. Zij hebben de hulp gevraagd van de Westerveld Foundation en de Kenya Wildlife Service om de overstromingen te controleren met een zelfde soort greppel systeem als bij de eerste locatie gegraven is.

De Westerveld Foundation heeft positief gereageerd en de fondsen zijn bij elkaar gekregen om dit tweede project gestalte te geven. Een systeem van vijftien greppels werd twee jaar geleden aangelegd en sindsdien is het dorp niet meer overstroomd. Voorzichtig beginnen de eerste bosjes hun hoofd op te steken in en tussen de greppels. Het resultaat zal pas over een paar jaar goed zichtbaar zijn en plannen voor het rondleiden van vogelspotters in het miniparkje van het dorp zijn al in de maak.


Olifanten in het wild.

Een tweede initiatief, gerelateerd aan het REAL project, vanuit het dorp is het aanplanten van de Atrofa plant tussen de eerste paar geulen. Binnen een aantal jaar wil het dorp ook Atrofa zaden, gebruikt voor het maken van biodiesel, gaan produceren om zo hun afhankelijkheid van veehoeden te verkleinen.


Een stukje cultuur dat maar weinig blanken meemaken.

Concluderend, REAL is een project met winst voor alle betrokken partijen, zelfs de westerse donateurs die dit project mogelijk hebben gemaakt zullen blij zijn om nog jaren op vakantie in Kenia te genieten van de natuur, de wilde dieren en de Masai cultuur. Een fantastisch voorbeeld van duurzame ontwikkeling met winnaars alom.


Trots om over dit project te mogen vertellen!

E.ON project Oeganda

In Oeganda bezoeken wij het ‘Kibale National Park’ (Kibale NP), waar wij een kijkje nemen bij de stichting FACE (Forests Absorbing Carbon dioxide Emissions). Stichting Face wordt gesteund wordt door E.ON Benelux, hoofdsponsor van de AfricAlive Expeditie. Tijdens het bestuur van de dictator ‘Idi Amin’ in de jaren tachtig, waren Kibale NP en Queen Elisabeth NP ernstig verwaarloosd. Deze twee parken onderhouden een grote verscheidenheid aan planten en dieren.

Kibale National Park Uganda boom

Om de parken te herstellen, en weer met elkaar te verbinden heeft de Oegandese overheid, begin jaren negentig, de hulp ingeroepen van de Nederlandse Stichting Face. Stichting Face heeft in verschillende landen projecten lopen, waar zij bestaande bossen beschermen en bomen aanplanten. Het planten van bomen heeft vele voordelen. Zo wordt koolstofdioxide fysiek opgenomen in de vorm van bomen en planten, waardoor dit een effectief middel is om klimaatverandering tegen te gaan.

Kibale National Park Uganda boom

Daarnaast biedt de stichting op deze manier een kans aan bedreigde ecosystemen om zich te herstellen en te blijven voortbestaan. Een bijkomend voordeel van het beschermen en herstellen van bossen in tropische gebieden is dat de wouden hier een grote verscheidenheid aan biodiversiteit tentoonspreiden. Kibale NP is ook het leefgebied van de bedreigde chimpansee. Een ander bijkomend voordeel is dat nieuw aangeplante bossen in de tropen meer koolstofdioxide opnemen dan bossen elders op de wereld. Initiatieven, zoals deze van de stichting Face, werken alleen als het ook de steun krijgt van de lokale bevolking. De mensen hier zijn vaak in grote mate afhankelijk van de bossen in de direct omgeving, voor het vergaren van voedsel en brandhout. Deze groep mensen wordt vaak vergeten, en hun rechten worden vaak gewoonweg genegeerd door grote partijen zoals de overheid. Het is daarom belangrijk om te vermelden dat de stichting Face, in samenwerking met de ‘Uganda Wildlife Authority’ (UWA), dit project uitvoert in nauwe samenwerking met de lokale bevolking. Zo worden de dorpelingen in de gelegenheid gesteld om bepaalde gebieden van het bos te gebruiken voor voedselvoorziening en het vergaren van brandhout. Dit gebeurt onder het toeziend oog van de UWA.

foto-face-chimp.jpg

Daarnaast worden de dorpelingen in de gelegenheid gesteld om te werken voor de samenwerkende organisatie UWA-Face. Zij kunnen hierdoor werken als gids of parkwachter, wat de betrokkenheid bij de parken vergroot. Op deze manier brengt de stichting Face extra geld bij de gemeenschappen, welke weer gebruikt wordt voor de verbetering van huizen, onderwijs en de lokale gezondheidszorg. Op deze manier heeft de stichting Face een duurzaam project neer weten te zetten, dat gesteund wordt door alle betrokken partijen. De klimaat Neutraal Groep geeft certificaten uit welke waarmee iedereen zijn/haar uitstoot van koolstofdioxide kan compenseren. De certificaten worden uitgegeven op basis van de bomen die de stichting Face plant. Op deze manier is de AfricAlive Expeditie volledig gecompenseerd voor de uitstoot van al haar CO2 via de CO2mpensatiepolis van Branche Benefits.

Project Sierra Leone: Een Duurzame Totaaloplossing

Al weer drie maanden geleden hebben wij Sierra Leone bezocht. In Sierra Leone heeft van 1991 tot 2001 een burgeroorlog gewoedt die het land aan de rand van de afgrond gebracht heeft. Want hoewel het land erg rijk is aan mineralen, waarvan vooral de diamanten bekend zijn, en de landbouwgrond vruchtbaar is, behoort het tot één van de armste landen ter wereld. Sinds er weer vrede is, kruipt het land langzaam uit een diep dal. Maar de oorlog heeft vrijwel de gehele infrastructuur verwoest, inclusief de faciliteiten voor medische zorg. Door het gebrek aan medische zorg sterft nu meer dan 40% van de kinderen voor het 5e levensjaar en ligt de gemiddelde levensverwachting rond de 40 jaar.

Tijdens de opening van het Magbenteh Community Hospital in Makeni, waar hij op verzoek van een vriend bij aanwezig was, werd de Nederlander Fred Nederlof getroffen door het verhaal van de oprichter hiervan: Harald Pfeiffer. Deze Zwitserse fysiotherapeut die ruim 18 jaar werkzaam is in Sierra Leone had met enorme krachtsinspanningen de bouw van dit ziekenhuis volbracht. Er was echter geen geld meer voor de financiering van de lopende kosten; het personeel, de medicijnen, onderhoud etc. Teruggekomen in Nederland richtte Fred Nederlof de Lion Heart Foundation op, met als hoofddoel het tijdelijk adopteren van het ziekenhuis voor een periode van tien jaar.

Mede dankzij de LHF is het ziekenhuis nu volop aan het draaien. Om het ziekenhuis open te houden, is steun vanuit het buitenland echter nog onmisbaar. Om in de toekomst het ziekenhuis wel zelfstandig te kunnen laten opereren heeft de LHF een masterplan opgesteld. In dit plan zullen de inkomsten van het ziekenhuis gegenereerd worden door betalende patienten, zal de regering van Sierra Leone een bijdrage leveren en liggen er plannen om met projecten in de regio geld te verdienen. Wij focussen ons op twee van deze projecten, het Best of Both Worlds palmolieproject en een in onbruik geraakte waterkrachtcentrale.

In het gebied rondom Yele leven zo’n 3.500 boeren van kleinschalige palmolieplantages. Deze boeren werken veelal met een niet optimale palmsoort en slecht materieel. Op verschillende stukken land van zo’n 2 à 3 are elk, hebben ze een aantal van deze palmen staan. De vruchten hiervan worden via een primitief en arbeidsintensief handmatig verwerkt. Hierdoor vermindert niet alleen de kwaliteit van de palmolie maar er gaat ook veel opbrengst verloren, en dus inkomen voor de boeren.

Palmfruit op het vuur in een olievat

Het Best of both worlds palmolieproject bestaat uit het ontwikkelen van duurzame bedrijfsmatige activiteiten in de landbouw. Zo is er momenteel een (pre-) oilpalm nursery gestart, waarin zaden van een ‘superieure’ oliepalm uitgroeien tot jonge boompjes, alvorens zij worden geplant op de plantages. Daarnaast worden er nu plannen uitgewerkt om een oliepalm pers fabriek te bouwen. Voor dit initiatief is een commercieel bedrijf in het leven geroepen, namelijk Ned Oil ltd. Bij deze pers fabriek kunnen boeren uit de omgeving hun palmfruit laten persen, waardoor zowel de kwaliteit als de kwantiteit van hun opbrengst omhoog gaan. Het management van de fabriek zal uiteindelijk volledig gevoerd worden door lokale managers en alle andere medewerkers worden vanaf het begin uit de lokale bevolking gerecruteerd.

Naast eerder plannen te hebben gehad voor het aanleggen van een grote plantage, wil de LHF nu boeren uit de regio betrekken in de plannen en wordt nu gekeken naar het opzetten van een microkredietprogramma. Voordeel hiervan is dat het project draagvlak heeft bij de lokale bevolking, bestaande boomgaarden gebruikt en verbeterd worden en dat er geen boskap nodig is voor de aanleg van een nieuwe plantage. Boeren kunnen een ‘compleet pakket’ kopen dat bestaat uit de superieure palmsoort, de benodigde gereedschappen, advies en begeleiding en de mogelijkheid om hun palmfruit mechanisch te laten persen. Onderzoek heeft uitgewezen dat hierdoor hun opbrengst en daardoor hun inkomsten met 50% kunnen verbeteren. Ook wordt hiermee lokale werkgelegenheid gecreëerd en ondernemerschap gestimuleerd. Uit een enquete, gehouden onder 3.500 boeren blijkt dat het project op de actieve steun van 95% van de boeren kan rekenen. Om de boeren zo goed mogelijk bij het project te betrekken, worden de boeren regelmatig geinformeerd en geraadgepleegd over het verloop van het project.

Zo goed als nieuw

Het tweede project is de vervallen waterkracht centrale. In Yele is in 1991, vlak voor het uitbreken van de burgeroorlog een waterkrachtcentrale geopend, welke energie opwekt uit de rivier de Yele. Slechts twee weken na de inwerkingtreding van deze centrale is deze door de rebellen verwoest, waardoor er nu alleen nog een basisstructuur staat. Vrijwel alle electrische apparatuur, zoals transformatoren en regelapparatuur, is verdwenen. De LHF is nu van plan om deze centrale nieuw leven in te blazen. Op deze manier kan deze de palmolie pers fabriek en de inwoners van Yele weer van stroom worden voorzien. Hier is echter een voor onze begrippen geringe, maar voor Sierra Leone begrippen enorme investering voor nodig. De LHF is nu nog bezig met het smeden van een plan om de centrale nieuw leven in te blazen. De centrale zal bijdragen aan een versnelde ontwikkeling van Yele, voor werkgelegenheid zorgen en de palmolie pers fabriek van duurzame energie voorzien.

De winsten die Ned Oil ltd. uiteindelijk zal genereren vloeien voor een deel terug naar het ziekenhuis, en zullen ervoor zorgen dat het ziekenhuis in de toekomst onafhankelijk wordt van financiële hulp vanuit het buitenland.

Bord aan de weg

De werkwijze van de LHF vinden wij tekenend voor het hele project. Zo werken ze niet met anonieme donateurs, maar zijn de partijen direct en op een persoonlijke wijze betrokken bij de projecten. Yacht, een van onze sponsoren steunt ook de LHF. Naast financiele steun, waarbij ze precies weten naar welke projecten het gaat, stuurt Yacht geregeld teams met vrijwilligers naar Sierra Leone, om een actieve bijdrage te leveren. Leuk om te zien is dat er echt een persoonlijke band is tussen de lokale bevolking en de mensen van Yacht. Zo is de CEO van Yacht, dhr. Ockels zelfs tot “paramount chief” benoemd, een eretitel, welke hem gegeven is uit dank voor zijn inzet.

Vanuit AfricAlive vinden wij dit project van de Lion Heart Foundation een voorbeeld voor bestaande en toekomstige ontwikkelingsprojecten. Uitgangspunten voor duurzame projecten zijn altijd: 1. de vraag vanuit de lokale bevolking, 2. het voortbestaan van het project nadat de NGO afstand neemt en 3. het beschermen van de natuur door op een maatschappelijk verantwoorde manier te ondernemen. Daarnaast stimuleren deze projecten eigen verantwoordelijkheid, ondernemerschap en creëert het werkgelegenheid in de regio, zowel direct als indirect.

CooKit: KOken op ZONne-energie!

Het vierde project dat AfricAlive bezoekt is het KoZon project. In Bamako, de hoofdstad van Mali, zijn we te gast bij Zeynep Guisse, wij mogen ‘Ina’ zeggen. Ina is penningmeesteres van de Malinese vereniging voor gehandicapte vrouwen. Zij heeft ook het contact met stichting KoZon. De stichting KoZon is een Nederlandse instelling die het koken op zonne energie stimuleert. In Bamako steunen zij onder andere de stichting voor gehandicapte vrouwen via de stichting van vrouwelijke ingenieurs van Mali. De CooKit is het kooktoestel op zonne-energie van de vrouwelijke ingenieursvereniging.

De CooKit zelf bestaat uit een stuk karton dat opgevouwen kan worden en dat beplakt is met aluminiumfolie. Daarnaast is er een zwarte pan in een doorzichtige plastic zak. De bediening is simpel, het karton waar de aluminiumfolie op geplakt zit wordt in de vorm van een bak gevouwen en met twee spijkers in die vorm vastgezet. De zwarte pan met het te koken eten wordt in de doorzichtige plastic zak gedaan en de zak wordt dichtgemaakt. De zak met de pan wordt in de kartonnen bak geplaatst en het geheel wordt in de zon gezet. Binnen enkele minuten is de pan al gloeiend heet. Twee á drie uur later is het eten gaar.

De werking van de CooKit is even eenvoudig als de bediening. Het aluminiumfolie dat op het karton geplakt is reflecteert de zonnestralen naar het centrum van de kartonnen bak. De pan absorbeert de zonnestralen en wordt hierdoor warm. De zwarte kleur is om zoveel mogelijk zonlicht te absorberen. De pan wordt heet en zal dus ook hitte afstaan aan de omgeving, vandaar dat de plastic zak om de pan heen zit. De plastic zak laat wel zonlicht door maar houdt tegelijkertijd de warmte die van de pan afkomt vast. Na het koken kan de kartonnen doos makkelijk opgevouwen en opgeborgen worden. De CooKit is in opgevouwen vorm niet groter dan het formaat van een A4-tje.

Zeynep Guisse a.k.a. “Ina”

Ina vertelt ons dat de CooKit voordelen biedt voor, in het bijzonder, gehandicapte vrouwen. Dit voordeel is te vinden op sociaal vlak. We spreken met een Lepra patiente in een lepra kamp in Bamako. Lepra is een aandoening van de gevoelszenuwen waardoor onder andere pijnprikkels niet meer gevoeld worden. Zij vertelde ons dat het grootste probleem voor een lepra patient tijdens het koken ligt in het niet kunnen voelen van hitte. Hierdoor verbrandt zij haar handen zonder het te voelen. In de praktijk komt het erop neer dat een lepra patient niet meer kookt en dus minder kan toevoegen aan het huishouden. De sociale positie van een lepra patient wordt hierdoor verlaagd. Door de CooKit kan zij weer volledig meedraaien in het gezinsleven en helpen met de maaltijden. Deze nieuwe vorm van koken trekt ook de aandacht van haar omgeving wat haar sociale positie ten goede komt.

De gehandicapte vrouwen ontvangen een training en een CooKit (zonne kooktoestel) voor de prijs van 1.500,- CFA (€ 2,25) Hiermee kunnen de vrouwen koken op zonne-energie voor een voordelige prijs. Stichting KoZon steunt dit project met 6.000,- CFA (€ 9,00) per toestel. Hierdoor wordt het toestel betaalbaar voor de onderste laag van de samenleving.

De CooKit in Actie!!
De simpelheid van de CooKit en de eenvoud van de bediening, gecombineerd met het zonnige klimaat in Mali verklaren het succes van de CooKit aldaar. De voordelen van de CooKit ten opzichte van traditioneel houtvuur, kolen of gas zijn legio. Op economisch vlak bespaart de gebruiker ongeveer 100,- CFA (€ 0,15) per dag aan hout, dit is per maand 3000,- CFA (€ 4,50). Omdat het maandloon van een arme familie vaak niet boven de € 30,- uitkomt is dit een substantiele besparing. Met dit geld koopt de eigenares bijvoorbeeld handelswaar die zij dan weer op de markt kan verkopen. De CooKit bespaart ook tijd, omdat het koken niet meer onder toezicht hoeft te gebeuren. Een vuur moet bewaakt worden maar bij de CooKit kan men gewoon weglopen en bijvoorbeeld boodschappen doen, werken op het veld, handelen op de markt, etcetera. Bij terugkomst is de maaltijd klaar.

Op het vlak van gezondheid en millieu biedt de CooKit het voordeel dat kookvocht niet meer verdampt, alle voedingstoffen blijven zo in het eten zitten. Ook water wordt bespaard met de CooKit. Omdat er niets meer verdampt hoeft geen water meer aan het eten toegevoegd te worden, maar ook eieren kunnen bijvoorbeeld gekookt worden zonder water. De waterbesparing is gering maar voor een land dat voor het grootste gedeelte uit woestijn bestaat is elke druppel waardevol.
Ook vermindert het gebruik van de CooKit houtkap. Ontbossing is een groot probleem met als twee voornaamste nadelen, een reductie in CO2 opname en het oprukken van de woestijn. Masaal gebruik van de CooKit vermindert de vraag naar brandhout en houtskool. Brandhout en houtskool zijn namelijk de belangrijkste energiebronnen in Mali.

Een verscheidenheid aan gerechten…

De CooKit heeft zeer veel voordelen op economisch, millieu en sociaal gebied. AfricAlive is dan ook zeer verheugd dat zij dit project kon verslaan. Wij steunen het project van harte en zien het als een voorbeeld voor duurzame ontwikkeling in Afrika.

Project 2 : Waterpiramide Gambia : Schoon drinkwater

De waterpiramide is het eerste grote project wat wij bezoeken in Afrika. Het is een project dat ontstaan is vanuit de nood voor schoon drinkwater in Afrika en vooral voor een kleine dorpje Sibanor in Gambia.
Martijn Nitzsche, een oud student Civiele techniek van de TU Delft, heeft het initiatief genomen om een technologie in te zetten om in deze nood de voorzien. De technologie is simpel uitgelegd een tent, die lijkt op een piramide waar een grote bak met water in staat. Het water wordt lokaal gewonnen uit regenwater of uit een put en wordt met behulp van elektrische pompen in de tent gepompt. Het materiaal van de tent is heel speciaal, wat een soort doek is, dat extreem veel warmte absorbeert. Door het schijnen van de zon, wordt de lucht binnen in de piramide erg heet doordat dit materiaal warmte vasthoudt. Het water in de tent verdampt door de hete lucht en komt tegen de wanden van de piramide aan. Bij een temperatuur van 70 graden verdampt het water en slaat op de wanden van de piramide, waar het condenseert en vloeit vervolgens als warm water langs de wanden naar beneden. Hier wordt dit water, wat zuiver gedestilleerd is, opgevangen. Dit water kan gebruikt worden voor de volgende doelenden:

– Verkoop als gedestilleerd water
– Vermengen met mineralen voor drinkwater

De piramide heeft ook nog een derde functie: Het vangt het regenwater op en produceert via een paar filters, schoon drinkwater voor de lokale mensen. Alle pompen en stroomvoorziening wordt gewonnen met behulp van zonnepanelen.

waterpyramid.jpg

De reden dat wij dit project hebben gekozen, is dat het perfect in de filosofie van de expeditie past:

– De behoefte moet vanuit de lokale mensen komen: Vroeger was de filosofie om een technologie te droppen en vanuit het aanbod redeneren, maar naar ons inzicht is het beter te redeneren vanuit de vraag kant: Luisteren naar de behoeften van de mensen en met behulp van Duurzame technologie hun problemen oplossen en in de basisbehoeften voorzien.
– Leren van de lokale mensen.

De waterpiramide is hier een goed voorbeeld van: Het project wordt geleid door een lokaal persoon die gecontroleerd wordt door de lokale community via een wisselend bestuur uit het dorp. Het Westen voorziet met kennis, investering en technologie in de vraag en de lokale bevolking coördineert en reguleert het project. Het project is van de lokale bevolking en met het geld dat gegenereerd wordt, worden projecten in de gemeenschap bekostigt, zoals lokale scholen voor kleine kinderen. De bevolking heeft nu al aangegeven dat ze eigenlijk een bepakking machine nodig hebben, om het water dat geproduceerd wordt door heel Gambia te gaan verkopen. Als die extra investering gedaan wordt, kan het gehele project zichzelf in 3 jaar terugbetalen.

tent.jpg

Een van de belangrijkste doelen binnen de gemeenschap, waar de opbrengsten van de waterpiramide naar toe moeten gaan, is de ondersteuning van 6 lagere scholen voor kinderen tussen de 3 en 7 jaar. De waterpiramide is één van de vele initiatieven om deze scholen financieel te ondersteunen. Andere activiteiten zijn bijvoorbeeld een toeristische lodge wat in het dorp staat. Geld wat als winst gegenereerd wordt, zal volledige terug worden gegeven aan de gemeenschap, onder toezicht van het lokaal bestuur. Op dit moment wordt goedkoop water aan de locals verkocht voor 3 Delassi (5 euro cent) per 10 liter. Het water was voorheen het aller slechts in Sibanor en daarom is de piramide hier neergezet, omdat de mensen uren moesten lopen naar een put met wel goed drinkwater. Dit project draagt bij aan de werkgelegenheid voor het dorp, voorziet in een basisbehoefte, namelijk schoon drinkwater en heeft tot doel geld te generen om lokale scholen te ondersteunen. Een drieluik van goede oplossingen met behulp van duurzame technologie.

Project 1: NICE Gambia: Duurzame energie oplossingen

Het NICE project is het eerste project wat wij compleet online verslaan vanuit Afrika. Het is een project dat ontstaan is vanuit de nood voor goed onderwijs op een moderne manier en vooral als oplossing voor een groot probleem waar de Afrikanen al jaren mee kampen: de toegankelijkheid van energie.

Het idee van dit project is mogelijkheden en services te creëren voor mensen uit de onderste lagen van het financiële spectrum van Gambia met behulp van duurzame technologie. Het NICE Gambia project, wat onderdeel is van NICE International, heeft in 2006 twee centra opgezet waar mensen gebruik kunnen maken van verschillende services. Deze diensten zijn gebruik van Internet, het aanbieden van onderwijs door middel van computers en Internet, een educatieve bioscoop voor de jeugd en verschillende programma’s om mensen IT onderwijs te verschaffen.

img_1700.jpg

Op dit moment heeft het NICE Gambia project twee locaties waar deze diensten aangeboden worden en is bezig dit aantal uit te breiden door heel Gambia. De ‘Internet cafés’ hebben hun bestaansrecht te danken aan het gebruik van duurzame technologie. De cafés draaien op zonenergie en gebruiken de modernste zonnepanelen die met hulp van het Westen zijn neergezet. Deze cafés zijn in feite een netwerk van duurzame shops die op een goedkope en makkelijke manier communicatie, informatie en onderwijs aanbieden aan de lokale mensen.

Dit project is belangrijk voor de lokale gemeenschap die in een omgeving zitten waar de toegang tot elektriciteit niet voorhanden is, maar waar ook scholen gering zijn. De locaties van de cafés zijn strategisch gekozen tussen de stad en het platteland in, om te voorzien in de behoefte van de mensen toegang te hebben op modern onderwijs.

img_1797.jpg

Bij dit project zijn vele partijen betrokken zoals Econcern via de ‘Energy for all’ organisatie, die de zonnepanelen leveren voor de locaties. Ook het Christian Children Fund is nauw betrokken bij het project. Het stelt beurzen beschikbaar voor getalenteerde studenten. Het rode kruis maakt gebruik van de cafés van het NICE project om jongeren de onderwijzen over AIDS, Malaria en Tuberculosis.

Door het gebruik van duurzame oplossingen en een efficiënt business model, kunnen de diensten goedkoop aangeboden worden aan de lokale bevolking en wordt ook ondernemerschap gestimuleerd in de regio. Dit is een goed voorbeeld van een project dat voldoet aan de vraag vanuit de lokale gemeenschap, waar Afrikanen zelf het project runnen en duurzame technologie de drijvende motor is achter het succes van dit project.

Dit project is de kick-off van AfricAlive om het doel wat wij ons hebben gesteld te realiseren: Het promoten van Duurzame technologie en duurzaamheid in het algemeen. Wij zullen nu in elk nieuw bericht Duurzame Technologie op een passende manier naar voren brengen.

Palmolieproject in Sierra Leone

Ik lig nu met de laptop op mijn bed na te denken over de gebeurtenissen van de laatste week. Ik heb het gevoel al maanden van huis weg te zijn. We maken iedere dag zo veel mee, dat we eigenlijk te weinig tijd hebben om alles goed op ons in te laten werken. Ik betrap mezelf erop dat ik soms niet eens meer weet waar we precies zijn. Dan moet ik even nadenken en meestal komt het dan wel weer. Vandaag zijn we in Sierra Leone.

Ferry naar Freetown

Hier bezoeken we ons derde project. Een aantal jaar geleden is de Zwitserse organisatie ‘Swiss Sierra-Leone Development Foundation’ (SSLDF) begonnen met het opzetten van een ziekenhuis in Makeni, in de binnenlanden, en een ander ziekenhuis aan de kust. Door de oorlog, die duurde van 1991 tot 2002, zijn de mensen niet in staat om de kosten voor het ziekenhuis zelf op te brengen en zijn ze dus afhankelijk van geld uit het Westen. Aangezien dit niet duurzaam is, is er een plan bedacht om een palmolieplantage op te zetten waarmee de mensen hier zelf geld verdienen om de ziekenhuizen te onderhouden. Een ander deel van de opbrengsten zijn voor onderwijs.

Ids at the beach

Omdat er wat problemen waren met de uitvoering van dit plan is er vanuit Nederland een nieuwe NGO opgezet, de Lionheart Foundation (LHF). Eén van onze sponsoren, Yacht, steunt dit project financieel en stuurt regelmatig mensen met kennis om te helpen bij de uitvoering.

Alexander met zijn nieuwe auto

We zijn nu in Yele waar er op dit moment een grote palmolieplantage wordt aangelegd, en binnenkort wordt er begonnen met de bouw van een fabriek om de gewonnen palmnoten te kunnen persen. De organisatie werkt samen met lokale boeren die met microkrediet kleine palmpjes kunnen kopen en deze kunnen bewerken op hun eigen stukje land. Uiteindelijk moeten in een straal van dertig vierkante kilometer meer dan duizend boeren palmnoten gaan leveren aan de fabriek. Op deze manier hebben de boeren een stabiel inkomen. Rondom het dorp wordt er ook veel werkgelegenheid gecreëerd. Dit hele project, dat net opgestart is, wordt gecoördineerd door Donald Keus (Don Sierra Leone), de godfather van Makeni. Na vervangend commandant te zijn geweest van de Nederlandse troepen in Afghanistan mocht hij met pensioen. Aangezien hij nog te jong is om achter de geraniums te gaan zitten koos hij ervoor om dit project aan te pakken voor een periode van vier maanden.

Weg naar Makeni

De laatste paar dagen heeft Don ons laten zien hoe de hele organisatie in elkaar steekt. We hebben beide ziekenhuizen bezocht, en gekeken naar de stroom- en watervoorzieningen. Daarna zijn we naar Yele gegaan om te kijken hoe de palmbomen worden gepland, en gezien hoe de olie gewonnen wordt door de lokale bevolking. Dit alles hebben we gefilmd voor de Nederlandse televisie. Daarnaast hebben we een kapotte waterkrachtcentrale bezocht die kapot is gemaakt tijdens de oorlog. Om in de toekomst de palmoliefabriek en de lokale boeren van stroom te kunnen voorzien is er energie nodig; deze zou mogelijk geleverd kunnen worden door de centrale. Wij hebben gekeken wat de schade is aan de centrale, en alles opgemeten, zodat de Delftsche studenten, die over vier weken komen, een verdere inventarisatie kunnen maken om te kijken wat er nodig is om de centrale nieuw leven in te blazen. Het zou een stunt zijn als we in Nederland één of twee bedrijven kunnen vinden die de kosten voor deze centrale op zich willen nemen.

Heej, heeej, pssst, sir, taxi? hey, psst taxi?

Gambia is het land waar wij onze eerste twee projecten bezoeken. Zo zijn we twee dagen naar de waterpiramide geweest. Deze staat in Sibanor, 150 km ten oosten van de hoofdstad Banjul.

De waterpiramide is een door de lokale gemeenschap opgezet project waarbij ze met behulp van de zon water destilleren. Het is de bedoeling dat de geplande winst van de verkoop van dit gedestilleerde water wordt gebruikt voor Dingding Bantaba. Een regionale instantie in samenwerking met CCF (soort van Foster Parents Plan) met kleuterscholen en health clinics. 6 juli zal RTV West hierover een item uitzenden. Twee weken hierna zullen wij een filmpje over dit project op de website laten zien.

Waterpiramide in Sibanor

De road to Sibanor was echt Afrika: Rood, onverhard en vol met bepakte en bezakte auto’s. Een rit van twee uur waarbij we honderd keer moesten stoppen voor geiten, koeien en varkens. Als ik vee zou hebben dan zou ik ze toch echt niet in de berm te grazen zetten.

Afrikaanse taferelen

De kleuterschool waar we logeerden had 6 klassen met kinderen in de leeftijd van 3 tot 7. Ongeveer 20% van de kinderen hier heeft sponsors uit voornamelijk Amerika. Het geld wat die sponsors geven wordt dan verdeeld over de gehele gemeenschap om zo jaloezie te voorkomen. Het is te vergelijken met het recent in Nederland in opspraak geraakte Foster Parents Plan.

Afrikaans schooltje

Ik heb alleen weinig van het project mee gekregen. De eer was voor mij om het eerste wc avontuur te ervaren. Een zeer heftig en kort buik griepje zorgde er voor dat ik schipperde tussen bed en wc. Gelukkig was het maar van korte duur.

Hansel met z

Het hotel waar wij nu zitten is een goed voorbeeld van TIA, oftewel “This is Africa”. 20 jaar geleden was het chic, maar sindsdien is er aan onderhoud niks gebeurd. Er loopt 30 man personeel rond waarvan minstens de helft geen duidelijk aanwijsbare activiteiten ontplooit. Opvallend zijn ook de alleenstaande en wat oudere toeristen. Zo kijk ik nu uit op het zwembad en zie ik een verlopen veertiger verliefd doen met een veel te jonge en gespierde local.

Maar nog veel opvallender is hier de president. Omringd door geblindeerde mercedessen, beweegt hij zich met 120 km/uur voort in zijn tweeassige verlengde en gepantserde Hummer, uiteraard bewapend met een groot roterend boordkanon. Voor ons geen reden natuurlijk om bij hem op audiëntie te komen, wat we nu dus hard proberen. Ook zijn we druk bezig om voor de Holland Party van de ambassadeur van West Afrika uitgenodigd te worden, welke volgende week zondag the Gambia bezoekt.

Buiten al het serieuze wordt er hier heerlijk op zijn Afrikaans tegen je aangekletst. Denk je rustig op het strand te gaan liggen wordt je om de 5 minuten aan gesproken: “Mister, do you want nuts, drink, massage, horse ride, drink, come to my bar, postcard, tradional wood carving, mango, en werkelijk waar alles wat je je kan bedenken”. Dit op zich is nog wel te overzien, maar er is echt geen moment dat het niet gebeurt.

Spelende kids langs de weg

Morgen, maandag 2 juli, zal weer ons eerste stukje in de Spits te vinden zijn, maar dit keer écht. Ook hebben we de site gedeeltelijk geupdate, waardoor als het goed is er geen error meer op de nieuws pagina staat en er foto’s zijn geplaatst op de overige pagina’s.