REAL: Re-hydrating the Earth and Arid Landscapes

Aan de voet van de Kilimanjaro nog net in Kenia ligt één van de mooiste stukjes natuur op aarde. Een klein beschermd natuurgebied dat huisvesting biedt aan een groot aantal diersoorten. Omringd door Masai stammen leven de wilde dieren gezamenlijk met Masai vee van dezelfde natuur. Dit is de locatie waar Peter Westerveld van de Westerveld stichting het REAL project heeft geïnitieerd.


Water is schaars en de woestijn rukt op.

Een groot probleem in veel Afrikaanse landen is water management. Zo ook in Amboseli National Park. Het probleem hier kent vele facetten, er is te weinig groen om alle mensen en dieren te voorzien van eten en brandhout. En er is te weinig water om alle wilde dieren en al het vee te drinken te geven. De oorzaak van dit probleem is dat er in het regenseizoen zeer veel regen valt en van de Kilimanjaro het park instroomt. Dit leidt tot overstromingen die stukken grond en planten wegslaan. Door de kleiachtige grond is het voor het water zeer moeilijk om de grond in te dringen. Na de overstroming is de grond dus binnen de kortste keren uitgedroogd en verdorren de planten. De natuur die overblijft concentreert zich om de natuurlijke plassen water die blijven liggen in het park. Alle Olifanten, gazelles, waterbuffalo’s, hyena’s, nijlpaarden, impala’s, zebra’s en andere wilde dieren verdringen elkaar om de waterplassen. Maar ook geiten, ezels en koeien van de lokale Masai stammen moeten leven van hetzelfde water en dezelfde vegetatie. Het is dan ook niet ongewoon dat een geit of koe vertrapt wordt door een olifant. Dit tot woede van de lokale bevolking die dan de Olifant wil doden.


Wild en Vee verdringt zich regelmatig om het schaarse water.

Tot overmaat van ramp gaan de wilde dieren bij bosjes dood tijdens het droge seizoen. Hierdoor neemt de biodiversiteit af en zelfs het Eco toerisme waardoor de inkomsten van de Kenya Wildlife Service achteruit gaan en er dus nog minder geld is voor het behoud van de natuur waar iedereen zo van afhankelijk is.


Water.....


De oplossing van de Westerveld Foundation die in samenwerking met de TU gerealiseerd is, is even simpel als robuust. Zorg dat het water tijdens het regenseizoen vastgehouden wordt. Het plan wat hiervoor uitgewerkt is bestaat uit twee delen, een greppel systeem en een gigantische zanddam. Tijdens de overstromingen loopt het greppel systeem vol met water, dit heeft een tweeledig effect. Ten eerste wordt de kracht van de overstroming afgeremd door het greppel systeem en ten tweede blijven de greppels vol met water staan op het moment dat het water zakt. Hierdoor heeft het water de tijd om langzaamaan de grond in te trekken. Dit heeft een hoger grondwater peil tot gevolgd en zorgt er dus voor dat er meer vegetatie kan groeien in en tussen het greppel systeem door. Het verschil tussen de locatie met greppels en zonder greppels is verbluffend.


Verbluffend effectief.

De zanddam ligt aan het eind van het greppel systeem en vangt het water op van de overstroming. De dam is zo hoog dat een groot water reservoir ontstaat na het regenseizoen. Vanaf het begin van het droge seizoen komen dieren drinken bij de dam. De dam houdt zoveel water vast dat het gehele jaar door water in de dam blijft staan.

De dam en de greppels worden door de lokale bevolking onderhouden in samenwerking met de Kenya Wildlife Service. Door het behoud van de natuur heeft iedereen voordeel. De toerist kan meer wilde dieren zien. De Kenya Wildlife Service heeft als beheerder van het park meer inkomsten. Van het geld wordt het REAL project betaald, onderhouden en uitgebreid. Ook wordt een gedeelte van de inkomsten besteed aan een vergoeding van de lokale bevolking als er een geit of koe vertrapt wordt door een olifant. Hierdoor is de lokale bevolking gebaat bij het natuurbehoud, afgezien van hun persoonlijke inkomsten uit het toerisme door verkoop van voedsel, onderdak, toeristische rondleidingen en kunst. Doordat er meer groen is zal het wild het vee niet meer verdringen of vertrappen. Ook is er meer hout beschikbaar voor bijvoorbeeld koken doordat er meer bos ontstaat.




Voor het bekijken van dit filmpje heeft u Macromedia Flashplayer nodig.

Recentelijk is het REAL project uitgebreid naar een tweede locatie. Een traditioneel dorp wat voor haar overleven afhankelijk is van veehouderij en bijverdient door toeristen de traditionele Masai manier van leven te laten zien. Dit dorp ligt in het midden van een dorre vlakte aan de rand van het Amboseli National Park en werd veelvuldig geraakt door overstromingen tijdens het regenseizoen. Zij hebben de hulp gevraagd van de Westerveld Foundation en de Kenya Wildlife Service om de overstromingen te controleren met een zelfde soort greppel systeem als bij de eerste locatie gegraven is.

De Westerveld Foundation heeft positief gereageerd en de fondsen zijn bij elkaar gekregen om dit tweede project gestalte te geven. Een systeem van vijftien greppels werd twee jaar geleden aangelegd en sindsdien is het dorp niet meer overstroomd. Voorzichtig beginnen de eerste bosjes hun hoofd op te steken in en tussen de greppels. Het resultaat zal pas over een paar jaar goed zichtbaar zijn en plannen voor het rondleiden van vogelspotters in het miniparkje van het dorp zijn al in de maak.


Olifanten in het wild.

Een tweede initiatief, gerelateerd aan het REAL project, vanuit het dorp is het aanplanten van de Atrofa plant tussen de eerste paar geulen. Binnen een aantal jaar wil het dorp ook Atrofa zaden, gebruikt voor het maken van biodiesel, gaan produceren om zo hun afhankelijkheid van veehoeden te verkleinen.


Een stukje cultuur dat maar weinig blanken meemaken.

Concluderend, REAL is een project met winst voor alle betrokken partijen, zelfs de westerse donateurs die dit project mogelijk hebben gemaakt zullen blij zijn om nog jaren op vakantie in Kenia te genieten van de natuur, de wilde dieren en de Masai cultuur. Een fantastisch voorbeeld van duurzame ontwikkeling met winnaars alom.


Trots om over dit project te mogen vertellen!

On the road again

wachtend op de container bij de haven
Het is dan eindelijk zover. De Pathfinder en de drie motors zijn geland. Vrijdag hebben we de container in de haven van Mombasa geopend en gelukkig kwam alles eruit zoals het er in ging. Daarom kunnen we na een afwezigheid van bijna 2 maanden morgen weer met auto en motors onze weg richting Kaapstad vervolgen.

 

Helaas is vertraging in Afrika niet heel erg zeldzaam. In de planning moet je altijd rekening houden met het onvoorziene. Hier gaan de zaken vaak niet zo als gepland. Zo is het dus ook met het verschepen van onze spullen van Kameroen naar Kenia gegaan. Initieel zou het verschepen een maand gaan duren, maar door een defecte boot en vertraging bij het laden en lossen heeft de oversteek nu bijna twee maanden gekost. open sesamee

Gelukkig hebben we de wachttijd goed kunnen gebruiken om projecten te bezoeken en te verslaan. Het wachten op de spullen hebben we vooral in Diani Beach gedaan. Deze toeristenbestemming ligt vlakbij Mombasa en is lang niet een slechte plek om je tijd door te brengen. Dankzij Alberta la Scala, die haar vakantiehuis voor weinig beschikbaar heeft gesteld, hadden we een goede uitvalsbasis voor de vele uitstapjes naar de haven van Mombasa. Mamma Alberta, een charmante Italiaanse dame met een verleden in de show biss, heeft met haar riante steun de tijd hier in Diani zeker veraangenaamd. Op www.superkenya.com is haar huis te zien.

huis in mombasa

 

Alhoewel de kust van Kenia een paradijselijk oord is met alle gemakken van dien is de zin om “on the road” te zijn nog nooit zo groot geweest. Na een aanzienlijke tijd omringd te zijn door zee en zand roept het asfalt. De laatste weken zijn aangebroken waarin we nog zo’n 5500 km hebben te gaan. Door het ontstane tijdgebrek hebben we ervoor gekozen om de snelste route richting Kaapstad te nemen. Via Tanzania, Zambia en Botswana gaan we naar Zuid-Afrika. We zullen hierdoor niet meer in Mozambique en Malawi komen.

Bogdan en Alberta

Uploading………………………………………………………

Terwijl ik dit schrijf ben ik bezig de website te updaten. En met bezig bedoel ik ook echt bezig. De nieuwe website is zo’n 30 Mb groot en het uploaden ervan gaat bepaald niet van een leien dakje. Zo zit ik hier al vanaf 3 uur vanmiddag en is het nu 9 uur. In de tussenliggende 6 uur heb ik nog geen 20 Mb kunnen uploaden, wat neerkomt op een mooi gemiddelde van bijna 4 Mb per uur. Zoals bij zoveel dingen in Afrika, gaat ook dit erg “Polle polle”, oftewel rustig aan. Ondervind je dus problemen bij het bekijken van deze website, dan kan dat dus maar zo kloppen.

Dan maar even de veranderingen noemen:
– De website heeft compleet nieuwe lay out
– Er zijn een speciale foto en video pagina toegevoegd
– De complete site is in het Engels vertaald
– Alle projecten staan er nu op, alleen nog niet alle content
– De voorbereiding pagina is uitgebreid
– Het media overzicht is geupdate

Het uploaden van de foto’s is nu alleen nog het grootste struikelblok. Dit gaat waarschijnlijk de komende dagen niet lukken, dus laadt er af en toe een foto niet, of is er een kruisje te zien op de site, denk dan maar “Hakuna Matata”. En nee, dit is niet speciaal voor de Lion King bedacht, het betekent écht geen zorgen.

Economische levensduur

Omdat onze motoren en auto op de boot staan, hebben we de afgelopen twee weken een busje gehuurd. Met het busje, 21 jaar jong, konden we voor zo’n 20 euro per dag ongelimiteerd veel kilometers maken. Naast geld voor het openbaar vervoer zou dit busje ons ook veel reistijd schelen. Geen slechte deal vonden wij zo. Ook hoefden we maar 250 dollar te betalen aan borg. James, de man die hem verhuurde leek respectabel, werkte al 9 jaar bij het hostel in Kampala en hij vertrouwde ons met zijn busje, dus wat kon er misgaan?

Weinig. Tenminste de eerste 1500 kilometer. Maar toen reden we het Amboselli National Park in. Dit park bestaat voor een groot deel uit een meer, maar omdat het nu droogseizoen is, stond dit helemaal droog. Toch presteerden wij het om in werkelijk het enige beetje water van het hele park vast te komen zitten. Een klein plasje op de weg leek toch iets dieper te zijn dan gedacht. En tja… dit is duidelijk geen Pathfinder.

Mr. Jackson bij de te-water-lating

Daar zaten we dan, in het donker midden in een wildpark met overal wilde dieren om ons heen. Gelukkig bracht mr. Jackson uitkomst, hij regelde voor ons vervoer naar de camping en het busje zouden we er dan later wel uittrekken. De dag erna het busje er eerst uitgetrokken, aangeduwd en ermee naar de camping gereden, 3 kilometer verderop. Op weg naar de camping begaf de oliepomp het echter zodat we deze niet eens haalden. Busje maar weer achtergelaten. En 2 dagen later, na eerst het project verslagen te hebben, laten slepen naar het dichtstbijzijnde dorpje. Hier is – uiteraard op zijn Afrikaans – het busje gerepareerd. Dus niet in de garage, maar gewoon de complete motor eruit, buiten onder een boom.

ff openschroeven hoor…

James gebeld en de situatie uitgelegd. Nee, we moesten hem laten repareren, hij zou de kosten hier wel voor betalen. Hij moest het busje terug hebben, want dit was veel te belangrijk voor hem. Jammer genoeg ‘had hij geen geld’ toen puntje bij paaltje kwam, en bleek opeens het meest haalbare de borg terug te zijn. Na even overwogen te hebben om het complete busje in een ravijn te duwen, bleek dit ook geen duurzame oplossing en hebben we het netjes opgelost. Ons doel van geld- en tijdbesparing hebben we helaas niet helemaal behaald, maar wederom een wijze, zij het kostbare, les geleerd.

Toch heeft ook deze gebeurtenis me aan het denken gezet. Een reparatie als dit – lagers uit de krukas gelopen – vereist het uit elkaar halen van de gehele motor. In Nederland is dit erg duur, wordt vaak de auto total loss verklaard en naar de sloop gebracht. De auto is voor het oog nog helemaal ok, maar zijn economische levensduur is voorbij. Bijna alle auto’s in Nederland worden op die manier afgedankt. Niet omdat ze helemaal op zijn, maar omdat het niet meer rendabel is om hem te repareren, of omdat mensen toe zijn aan ‘iets nieuws’.

In Nederland werden verleden jaar 488.690 nieuwe auto’s verkocht (bron: RDW), belanden er 226.000 auto’s op de sloop en werden er 267.000 auto’s geëxporteerd, waarvan ongeveer de helft naar Afrika. Oftewel als een auto in Nederland wordt afgedankt, gaat meer dan de helft nog een tweede leven tegemoet. Een leven van slechte wegen, vieze benzine, talloze reparaties en afwezigheid van verkeersregels. Dit verklaart ook waarom wij hier zoveel auto’s met NL sticker hebben zien rijden, vooral in Ghana, Sierra Leone en Nigeria.

Nederlands consumentengedrag wordt vaak op financiële principes gebaseerd. Zo wordt een auto niet meer gerepareerd als het meer kost dan dat ie waard is. Een ander voorbeeld is de verkopen van hybride auto’s. In juli 2006, nadat de BPM-korting (voor zuinige auto’s) verlaagd werd met 3.000 euro, stortte opeens de markt in (bron: milieucentraal.nl). Mensen willen dus wel een zuinigere auto rijden, maar dat mag dan weer niet te veel kosten.

Aan ons “ingenieurs van de toekomst” is het dus gelegen om producten te ontwerpen die zowel zuiniger met energie omgaan als langer meegaan, tegen een lage prijs. Tegelijkertijd met een door de overheid actief beleid in het stimuleren van energiezuinige producten en een consument (oftewel jij die dit leest!) die zich hier van bewust is, want die is de uiteindelijke gebruiker, en dus ook de vervuiler. Er speelt namelijk meer dan prijs, rijcomfort en uiterlijk (zie Nu.nl) ook al is dat besef er nog niet bij de meesten.

Een les in bescheidenheid vanuit Afrika

In Afrika worden we dagelijks geconfronteerd met waterproblemen. We drinken water uit flessen, kunnen helaas niet iedere dag (warm) douchen en de laatste nieuwsberichten vanuit Afrika verhalen alleen maar over overstromingen. In Nederland hebben we ook wel waterproblemen, maar er is tot op heden (nog) geen chronisch tekort aan, met als gevolg dat we niet echt letten op ons verbruik. Elke minuut dat je de kraan open zet verdwijnt er vijftien liter water in het riool; bij het tanden poetsen, handen wassen, afwassen, douchen en het toilet doortrekken. Gemiddeld verbruiken we in West Europa dagelijks honderdvijfendertig liter water per persoon, wat neerkomt op ongeveer vijftigduizend liter water per jaar. Slechts drie procent daarvan drinken we op, of gebruiken we voor voedselbereiding.
Duurzame tip: Met een plastic dopje, dat je voor €1,55 kan bestellen via Lieventum, bespaar je vijftig procent aan water, en dat is goed voor het milieu (en je portemonnee).

Tijdens deze reis door Afrika, en zelfs nu terwijl ik dit bericht type, gebruik ik een computer voor allerhande zaken. Gelukkig voor het milieu gebruikt de Africalive Expeditie voor de elektriciteitsbehoefte van al haar apparatuur zonne-energie. In Nederland maken de meeste mensen helaas geen gebruik van deze duurzame energiebron. In Nederland verspillen we meer dan dertig biljoen kilowatt uren omdat we vergeten onze computers uit te zetten wanneer we ze niet gebruiken. De meeste mensen weten niet eens dat een computer zo ongelofelijk veel energie verbruikt. De CO2 uitstoot van vijftien computers is qua energie gelijk aan het gasgebruik van één auto.
Duurzame tip: Op localcooling een programma downloaden dat een grote energiebesparing oplevert.

Hieronder nog dertig tips om duurzamer te leven (duurzaam voor het milieu én je portemonnee):
• Gebruik spaarlampen
• Controleer maandelijks de bandenspanning van je auto (!!!)
• Controleer de luchtfilter van je auto iedere maand
• Gebruik de afwasmachine alleen wanneer deze helemaal gevuld is
• Gebruik gerecycled papier
• Pas je thermostaat aan
• Zet de thermostaat van de boiler niet te hoog
• Vervang de filter van de airconditioner op tijd
• Douche korter
• Zet een besparingsring in de douchekop
• Koop spullen in de buurt
• Gebruik Groene stroom en compenseer voor koolstofdioxide uitstoot tijdens het vliegen
• Let op verpakkingsmaterialen bij het kopen van spullen
• Gebruik een hybride auto
• Gebruik een energiezuinige auto
• Ga carpoolen
• Scheidt afval
• Laat een boom planten
• Isoleer je waterboiler
• Vervang oude huishoudapparaten
• Plaats tochtstrips bij deuren en ramen
• Gebruik een duwgrasmaaier
• Haal de stekker uit het stopcontact als je iets niet gebruikt
• Draag vaker een trui als het koud is
• Isoleer je huis
• Hang je kleren uit om te drogen in plaats van een droger te gebruiken
• Gebruik een reservoirloze waterboiler
• Installeer dubbel glas
• Gebruik biologische producten
• Neem je eigen tas mee voor boodschappen

En als laatste tip: zet AfricAlive als startpagina. Dit bespaart enkele kilowatturen per jaar aan wachten totdat de hele pagina is geladen.

International Coastal Clean Up Day

De laatste paar dagen zijn we druk bezig met het inhalen van wat werk dat nog gedaan moet worden. Dat betekent dat Uudzuu druk bezig is met het editen van video’s van vorige projecten, Robbert-Jan is bezig met de internetsite, en Doenan is voorbereidingen aan het treffen voor de container die binnenkort aan gaat komen, met daarop onze trouwe Yamaha motoren en de padvinder. Verder zijn we allemaal druk bezig met het schrijven van stukjes voor verschillende media en zijn we nieuwe projecten aan het verslaan.

We zitten nu in Oost-Afrika, Kenia om precies te zijn. Kenia is bekend om haar vele wildparken, en de Swahili Coast. Dit laatste betekent één van de mooiste stukken strand op aarde, alleen te omschrijven met zinnen als ‘turquoise-blauwe zee’, ‘parelwitte stranden’, en ‘zonovergoten bananenmilkshakes’. Een zeer welkome afwisseling na enkele zware maanden door de Sahara en de jungle.

 

opruimen_dread.jpg

 

Helaas kunnen we niet al te lang van deze heerlijkheden genieten, want we zijn hier immers voor andere zaken. Door het groeiende toerisme in Afrika komt de Swahili Coast onder steeds meer druk te staan. Vrijwel alle mooie stranden liggen vol met troep, van plastics tot en met glas en verloren slippers. Dat het vuil van sommige grote schepen in de Indische Oceaan zo overboord wordt gegooid helpt ook niet echt mee aan het schoonhouden van deze kusten. Wat daar wel aan meehelpt is het AfricAlive Team. Om een goed excuus te hebben om toch even op deze stranden rond te hangen, hebben een paar van ons besloten om de rubber handschoenen aan te trekken, en mee te helpen tijdens de ‘21st International Coastal Clean Up Day’. Over heel de wereld, in 118 landen, helpen duizenden vrijwilligers iedere jaar mee om de stranden schoon te maken. Een goed initiatief dat wij graag ondersteunen.

 

 opruimen_sander.jpg

 

Ga toch fietsen

We schrijven 12 november met al meer dan 3 maanden Afrika achter ons. Ik denk een goed moment voor een kleine opsomming van getallen. Gedurende de laatste drie maanden hebben/zijn we:

17.000 km over land afgelegd
96 dagen onderweg
96 avondmaaltijden waarvan 54 rijst met kip ( behalve Doenan dan) gegeten
21 landen bezocht
Op het slechtste stuk weg 200 meter in 4 uur doorgeploeterd
8 projecten bezocht
6 keer goed verkeerd gereden
1 woestijn doorkruist
1 motor ongeluk overleefd
1 keer de evenaar overgestoken

Het 21ste land wat we aan doen is dus Kenia. Er is hier een groot aanbod aan wildparken waarvan de Masai Mara de bekendste is. Wij hebben het minder bekende en stukken kleinere Hell’s Gate National Park bezocht en dit wel op de fiets.
De echte killers zoals leeuwen en neushoorns ontbreken hier en daarom is het mogelijk om op de fiets het park te betreden. Het was na een halve dag in de zinderende zon een behoorlijke uitputtingslag met bij sommige van ons verschijnselen van uitdroging, maar uiteindelijk toch zeker de moeite waard. Het was een aparte ervaring om door de Afrikaanse savanne te fietsen met zebra’s, antilopen en giraffen op een paar meter afstand.

Om bij het fietsen te blijven en om af te sluiten een vanzelfsprekend weetje: Fietsen is rendabeler dan autorijden. Dit blijkt uit de volgende vergelijking: Een kilometer fietsen vergt van de fietser 100 kiloJoule energie. Een kilometer lopen 230 kJ. Een kilometer met de auto in de stad vraagt 3.700 kJ energie – en op de snelweg 2.400 kJ.
Dan doen wij het als kikkerlandje op duurzaamheids gebied toch best wel goed met relatief de meeste fietsers ter wereld.
                                                ga-toch-fietsen.jpg