Economische levensduur

Omdat onze motoren en auto op de boot staan, hebben we de afgelopen twee weken een busje gehuurd. Met het busje, 21 jaar jong, konden we voor zo’n 20 euro per dag ongelimiteerd veel kilometers maken. Naast geld voor het openbaar vervoer zou dit busje ons ook veel reistijd schelen. Geen slechte deal vonden wij zo. Ook hoefden we maar 250 dollar te betalen aan borg. James, de man die hem verhuurde leek respectabel, werkte al 9 jaar bij het hostel in Kampala en hij vertrouwde ons met zijn busje, dus wat kon er misgaan?

Weinig. Tenminste de eerste 1500 kilometer. Maar toen reden we het Amboselli National Park in. Dit park bestaat voor een groot deel uit een meer, maar omdat het nu droogseizoen is, stond dit helemaal droog. Toch presteerden wij het om in werkelijk het enige beetje water van het hele park vast te komen zitten. Een klein plasje op de weg leek toch iets dieper te zijn dan gedacht. En tja… dit is duidelijk geen Pathfinder.

Mr. Jackson bij de te-water-lating

Daar zaten we dan, in het donker midden in een wildpark met overal wilde dieren om ons heen. Gelukkig bracht mr. Jackson uitkomst, hij regelde voor ons vervoer naar de camping en het busje zouden we er dan later wel uittrekken. De dag erna het busje er eerst uitgetrokken, aangeduwd en ermee naar de camping gereden, 3 kilometer verderop. Op weg naar de camping begaf de oliepomp het echter zodat we deze niet eens haalden. Busje maar weer achtergelaten. En 2 dagen later, na eerst het project verslagen te hebben, laten slepen naar het dichtstbijzijnde dorpje. Hier is – uiteraard op zijn Afrikaans – het busje gerepareerd. Dus niet in de garage, maar gewoon de complete motor eruit, buiten onder een boom.

ff openschroeven hoor…

James gebeld en de situatie uitgelegd. Nee, we moesten hem laten repareren, hij zou de kosten hier wel voor betalen. Hij moest het busje terug hebben, want dit was veel te belangrijk voor hem. Jammer genoeg ‘had hij geen geld’ toen puntje bij paaltje kwam, en bleek opeens het meest haalbare de borg terug te zijn. Na even overwogen te hebben om het complete busje in een ravijn te duwen, bleek dit ook geen duurzame oplossing en hebben we het netjes opgelost. Ons doel van geld- en tijdbesparing hebben we helaas niet helemaal behaald, maar wederom een wijze, zij het kostbare, les geleerd.

Toch heeft ook deze gebeurtenis me aan het denken gezet. Een reparatie als dit – lagers uit de krukas gelopen – vereist het uit elkaar halen van de gehele motor. In Nederland is dit erg duur, wordt vaak de auto total loss verklaard en naar de sloop gebracht. De auto is voor het oog nog helemaal ok, maar zijn economische levensduur is voorbij. Bijna alle auto’s in Nederland worden op die manier afgedankt. Niet omdat ze helemaal op zijn, maar omdat het niet meer rendabel is om hem te repareren, of omdat mensen toe zijn aan ‘iets nieuws’.

In Nederland werden verleden jaar 488.690 nieuwe auto’s verkocht (bron: RDW), belanden er 226.000 auto’s op de sloop en werden er 267.000 auto’s geëxporteerd, waarvan ongeveer de helft naar Afrika. Oftewel als een auto in Nederland wordt afgedankt, gaat meer dan de helft nog een tweede leven tegemoet. Een leven van slechte wegen, vieze benzine, talloze reparaties en afwezigheid van verkeersregels. Dit verklaart ook waarom wij hier zoveel auto’s met NL sticker hebben zien rijden, vooral in Ghana, Sierra Leone en Nigeria.

Nederlands consumentengedrag wordt vaak op financiële principes gebaseerd. Zo wordt een auto niet meer gerepareerd als het meer kost dan dat ie waard is. Een ander voorbeeld is de verkopen van hybride auto’s. In juli 2006, nadat de BPM-korting (voor zuinige auto’s) verlaagd werd met 3.000 euro, stortte opeens de markt in (bron: milieucentraal.nl). Mensen willen dus wel een zuinigere auto rijden, maar dat mag dan weer niet te veel kosten.

Aan ons “ingenieurs van de toekomst” is het dus gelegen om producten te ontwerpen die zowel zuiniger met energie omgaan als langer meegaan, tegen een lage prijs. Tegelijkertijd met een door de overheid actief beleid in het stimuleren van energiezuinige producten en een consument (oftewel jij die dit leest!) die zich hier van bewust is, want die is de uiteindelijke gebruiker, en dus ook de vervuiler. Er speelt namelijk meer dan prijs, rijcomfort en uiterlijk (zie Nu.nl) ook al is dat besef er nog niet bij de meesten.

Eén gedachte over “Economische levensduur”

  1. Tja mannen,

    Daar zeg je wat. De markt van Hybride auto’s stort in bij BPM aftrek verlaging.
    Op zich heel begrijpelijk, want autorijden is duur en hybride lijkt in verhouding nog duurder. Mijns inziens zit de crux in het woordje “verhouding”, zodra een vergelijk mogelijk blijft, is de kans zeer reeel, dat naar het goedkope (slechtere) alternatief uitgeweken wordt.
    Introduceer uitsluitend verkoop van hybride auto’s en na een periode van klagen, zijn we na twee tot vijf jaar niet anders gewend (kijk maar naar de Euro).

    Misschien een schone ambassadeurstaak voor jullie ;-).

    Heel veel succes mannen,

    René

Geef een reactie